Evolutie en Biodiversiteit

Maand: mei 2012

Schildpadpuzzel

Duidelijkheid over de plaats van schildpadden

schildpadden zijn verwant aan krokodillem

Schildpadden waren moeilijk te plaatsen op de evolutiestamboom. Nu is duidelijk dat verwant zijn aan krokodillen. Dat blijkt uit DNA-onderzoek van Nicholas Crawford en collega’s.

Al meer dan 200 miljoen jaar sjokken op aarde schildpadden rond. Veilig verpakt in hun schild, dat zich uit onder meer ribben en ruggengraat heeft ontwikkeld, zijn ze een duidelijk aparte groep binnen de reptielen. Maar wat is hun plaats tussen de andere reptielen? Horen ze bij de groep van slangen, hagedissen en brughagedissen, of horen ze bij de krokodillen?

Het was een lastige puzzel voor biologen.

Dicht bij vogels

Schildpadden staan het dichtst bij de slangen en hagedissen, meenden sommige onderzoekers op grond van hun anatomie en morfologie.

Nee, ze horen in thuis bij de krokodillen, dachten anderen op grond van variaties in hun erfelijk materiaal, het DNA. Dat zou betekenen dat ze ook dicht bij de vogels staan. Vogels stammen af van reptielen en hebben een gemeenschappelijke voorouder met krokodillen.
Maar de steun voor die visie was mager, en de schildpadden werden meestal bij de slangen en hagedissen geplaatst. Of ze kregen zelfs een aparte tak aan de reptielenstamboom, en wel de tak die als eerste van de overige reptielen en de vogels afsplitste.

Uitvoerig DNA-onderzoek van Nicholas Crawford en collega’s laat nu zien dat dat fout is. De schildpadden blijken toch bij de krokodillen te horen, en dus dichter bij de vogels te staan dan gedacht.

Willy van Strien

Foto: Arco van Strien

Bron:
Crawford, N.G., B.C. Faircloth, J. E. McCormack, R.T. Brumfield, K. Winker & T.C. Glenn, 2012. More than 1000 ultraconserved elements provide evidence that turtles are the sister group of archosaurs. Biology Letters, 16 mei. Doi: 10.1098/rsbl.2012.0331

Mieren die in de pot pissen

Een unieke symbiose van een vleesetende plant en een mier

Mieren bemesten de bekerplant Nepenthes bicalcarata

Een inwonende mier zorgt voor de vertering van de beestjes die de bekerplant Nepenthes bicalcarata vangt. Het is een uniek verbond dat Vincent Bazile en collega’s beschrijven.

De bekerplant Nepenthes bicalcarata van Borneo is een vleesetende plant. Insecten zijn z’n voedsel, vooral belangrijk als stikstofbron, en de plant vangt ze in met vloeistof gevulde bekers. Maar dit is geen gewone vleesetende plant, ontdekten Vincent Bazile uit Frankrijk en zijn collega’s. Deze vleeseter heeft het vlees eten namelijk goeddeels uitbesteed aan de inwonende mier Camponotus schmitzi.

Het was al lang bekend dat plant en mier aan elkaar gebonden zijn.

Maag

De voordelen voor de mier waren duidelijk: de gezwollen, holle ranken waaraan de bekers hangen bieden hem een perfecte nestplaats, uit de bekerrand en de twee tanden die de bekers hebben vloeit suikerrijke nectar en de prooien in de beker zijn een voedzame eiwitbron.
Maar de vraag was: wat levert de mier aan de plant in ruil voor deze kost en inwoning?

Hij dient de plant tot maag, schrijven de onderzoekers. Nepenthes bicalcarata blijkt zijn prooien zelf niet goed te kunnen verteren en hij kan de voedingsstoffen dus slecht opnemen, in tegenstelling tot andere bekerplanten.
De mieren springen bij. Ze liggen onder de rand van de beker in hinderlaag. Is er een grote prooi in de vloeistof beland, dan vissen ze die eruit en eten hem op. De resten van hun maaltijd laten ze in de beker vallen en hun uitwerpselen ook. En daar kan de plant wél goed zijn stikstof uit halen.
De grote prooien die de mieren pakken zouden anders zijn ontsnapt, dus de mieren vergroten de vangst. Verder houden ze de beker schoon en jagen ze op de snuitkevertjes die de bekerknoppen opvreten. Mieren die dood gaan worden zelf plantenvoedsel.

Verbond

Dankzij de diensten van de mieren, en vooral dankzij hun hulp bij het verteren van de vangst, kan een plant waarin mieren wonen meer blad aanmaken, groter worden en meer en grotere bekers ontwikkelen waarmee hij nog meer voedsel vergaart.

Het is een uniek verbond. De mier kan niet leven zonder de plant. En de plant floreert niet zonder de mier. Je kunt je afvragen of je hem nog wel een vleeseter kunt noemen.

Willy van Strien

Foto: NepGrower (Wikimedia Commons, public domain)

Bron:
Bazile, V., J.A. Moran , G. Le Moguédec, D.J. Marshall & L. Gaume, 2012. A carnivorous plant fed by its ant symbiont: a unique multi-faceted nutritional mutualism. PLoS ONE 7(5): e36179. Doi: 10.1371/journal.pone.0036179

© 2024 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑