Evolutie en Biodiversiteit

Maand: januari 2017

Zelfkennis

Een oud en mooi roodrugelfje gaat regelmatig de hort op

Roodrugelfje: mooi mannetje gaat de hort op

Mannetjes van het roodrugelfje weten precies waar ze goed aan doen, laten Denélle Dowling en Michael Webster zien. Een mannetje met een mooi broedkleed gaat op de versiertoer, een mannetje met een onopvallend bruin pak blijft thuis.

Zoals de meeste zangvogels vormen ook de roodrugelfjes uit Australië sociaal monogame paren. Mannetje en vrouwtje kunnen zelfs jaren bijeenblijven. Tegelijkertijd zijn ze niet eenkennig: ruwweg de helft van de jongen die uitkomen is niet van de sociale vader. Overspel is de regel.
Een mannetje kan twee dingen doen als de broedtijd is aangebroken. Hij kan er regelmatig op uit gaan om andere vrouwtjes te versieren, zodat hij extra veel jongen krijgt, naast echtelijke ook buitenechtelijke. Of hij kan thuis blijven om er daar het beste van te maken: samen met zijn partner het territorium verdedigen tegen andere stelletjes, de jongen helpen voeren – en andere mannen uit de buurt houden om te voorkomen dat zijn partner vreemd gaat en de jongen in zijn nest niet allemaal de zijne zijn.

Op veroveringspad gaan of de belangen thuis veilig stellen: wat is de beste strategie? Jenélle Dowling en Michael Webster namen aan dat het antwoord niet voor elk mannetje hetzelfde zal zijn. Het ligt er maar net aan hoe aantrekkelijk hij is voor andere vrouwtjes.

Voorkeur

En daarin verschillen mannetjes bij roodrugelfjes sterk. Er zijn  twee typen. Het eerste type gaat de broedtijd in met een prachtig verenpak: zwart met een rode rug. De andere groep heeft een onopvallend bruin kleed, net zoals een vrouwtje. Bijna alle mannetjes die ouder zijn dan twee jaar pronken met een zwart-rood kleed; van de jongere mannetjes is ongeveer de helft zwart-rood en de rest bruin.
Bekend was al dat de voorkeur van vrouwtjes uitgaat naar zwart-rode mannetjes. En ze vallen voor oude mannen, want dat zij oud zijn geeft aan dat ze van uitstekende kwaliteit zijn.
Voor oude zwart-rode mannetjes zal het daarom lonen om de hort op te gaan, veronderstelden Dowling en Webster. Grote kans immers dat ze bij andere vrouwtjes succes zullen hebben. Maar bruine mannetjes kunnen beter bij hun partner blijven. Ze maken elders weinig kans, en het gevaar dat hun partner in hun afwezigheid vreemd gaat met een man van het aantrekkelijker type is groot. Jonge rood-zwarte mannetjes kunnen het elders proberen, al zullen ze minder makkelijk aan de bak komen dan oude mannetjes.

De biologen zetten een onderzoek op om na te gaan of mannetjes inderdaad doen wat het beste voor hen is, gezien hun uiterlijk. En dat blijkt het geval. Oude zwart-rode mannetjes gaan veelvuldig op de versiertoer, terwijl bruine mannetjes in hun eigen territorium blijven. Jonge zwart-rode mannetjes zitten er qua gedrag tussenin.

Bedrogen

Uit dna-analyses aan mannetjes en jongen blijkt dat zwart-rode mannetjes (jong en oud) veel buitenechtelijke jongen hebben, maar wat minder echtelijke jongen dan bruine mannetjes: ze worden kennelijk meer bedrogen.
Bij dat laatste resultaat hoort wel een kanttekening. In andere studies, waaronder die van Jordan Karubian, hadden bruine mannetjes minder jongen dan zwart-rode en werden ze meer bedrogen, ook al probeerden ze hun partner in de gaten te houden. Maar voor hun strategie hoeft dat niet uit te maken. Als ze niet thuisblijven worden ze waarschijnlijk nog vaker bedrogen.

Willy van Strien

Foto: Roodrugelfje, mannetje met opvallend broedkleed. Jim Bendon (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY-SA 2.0)

Bronnen:
Dowling, J. & M.S. Webster, 2017. Working with what you’ve got: unattractive males show greater mateguarding effort in a duetting songbird. Biology Letters 13: 20160682. Doi: 10.1098/rsbl.2016.0682
Karubian, J., 2002. Costs and benefits of variable breeding plumage in the red-backed fairy-wren. Evolution, 56: 1673-1682. Doi: 10.1111/j.0014-3820.2002.tb01479.x

Goeie maatjes

Anemoon groeit beter met een laffe anemoonvis

verlegen anemoonvis is betere partner

Het succes van de samenwerking tussen zeeanemoon en anemoonvis hangt af van het karakter van de vis, melden Philip Schmiege en collega’s. Van een schuchtere, voorzichtige partner heeft een anemoon meer profijt dan van een brutale, ondernemende vis.

Tussen de tentakels van zeeanemonen zijn anemoonvissen veilig. De zeeanemonen, dieren die verwant zijn aan kwallen, hebben namelijk stekende netelcellen met gif waarmee ze de roofvijanden van de anemoonvissen op afstand houden. De anemoonvissen zelf zijn er ongevoelig voor. Omgekeerd verjagen de anemoonvissen gasten die aan de tentakels van de zeeanemonen willen knabbelen; met die tentakels verzamelen de zeeanemonen hun voedsel. Zeeanemonen en anemoonvissen zijn partners die elkaar beschermen.

Bemesten en verversen

Maar de visjes doen nog meer. Veel zeeanemonen huisvesten eencellige organismen die, net als planten, in staat zijn om zonlicht op te vangen en te gebruiken om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten. Daarmee voeden zij de zeeanemonen, in ruil voor onderdak. Die inwonende organismen halen hun voeding uit stoffen die de anemoonvissen uitscheiden. Bovendien verversen de vissen door hun bewegingen het water rond de zeeanemonen, zodat die steeds over zuurstof beschikken. Doordat de vissen de nuttige eencellige anemoonbewoners bemesten en het water verversen, bevorderen ze de groei van de zeeanemonen.

Nu hebben anemoonvissen, net als veel andere diersoorten, persoonlijkheden. Er zijn brutale, ondernemende types onder en verlegen, passieve individuen. Maakt het voor de zeeanemonen uit wat de aard is van de vissen die zich bij hen vestigen? Philip Schmiege en collega’s veronderstelden van wel. En ze kregen gelijk.

De onderzoekers haalden een aantal zwarte driebandanemoonvissen (Amphiprion percula) naar het lab; deze vissen leven langs kusten van Australië, Azië en Japan. En ze beschikten over gekweekte exemplaren van de tepelanemoon (Entacmaea quadricolor). Dat is geen natuurlijke partner van de vissen, maar in het lab binden die zich er makkelijk aan.

Bange vis

In zestig aquaria deden de onderzoekers één anemoon en een of twee vissen; in de natuur leven er nul tot zes vissen samen met een anemoon. Ze maten de anemonen op en hielden de groei bij. Ze gingen na hoe brutaal dan wel verlegen elke vis was door hem elke dag twintig minuten te filmen en op de filmbeelden te kijken of hij van de zeeanemoon vandaan durfde te zwemmen. Hoe meer tijd een vis op afstand van zijn partner doorbracht, hoe brutaler zijn karakter.

Na anderhalf jaar constateerden de biologen dat de zeeanemonen met een verlegen vis beter waren gegroeid dan anemonen met een brutale partner. Kennelijk leveren bange vissen betere diensten. Omdat ze meestal vlakbij hun partner rondhangen, bemesten ze diens eencellige inwoners beter en verversen ze het water efficiënter. En misschien durven de zeeanemonen hun tentakels langduriger uit te steken om voedsel te vangen als er een anemoonvis in de buurt is.

Het succes van samenwerkingsrelaties, waar de band tussen zeeanemonen en anemoonvissen een voorbeeld van is, wordt inderdaad mede bepaald door het karakter van de partners.

Willy van Strien

Foto: Zwarte driebandanemoonvis © Philip Schmiege

Bron:
Schmiege, P.F.P., C.C. D’Aloia, P.M. Buston, 2017. Anemonefish personalities influence the strength of mutualistic interactions with host sea anemones. Marine Biology 164: 24. Doi: 10.1007/s00227-016-3053-1

Twee miljoen soorten op je scherm

Hier is een tweede levensboom om van te smullen

Dwalen door de stamboom van het leven: het kan met de interactieve Lifemap van Damien de Vienne. We hadden al eerder de evolutiestamboom van OneZoom. Wat zijn de verschillen?

Het wordt hoe langer hoe duidelijker hoe de evolutiestamboom eruit ziet. Maar hoe breng je hem in beeld? De meer dan twee miljoen bekende soorten micro-organismen, paddenstoelen, planten en dieren die momenteel op aarde leven passen natuurlijk nooit in één plaatje. Tenzij….. het een digitaal plaatje is van de boom in grote lijnen waarop je kunt inzoomen tot op het niveau van soorten.

Twee bomen

Zo’n zoombare boom van het leven bestond al: OneZoom. Nu heeft Damien de Vienne een andere boom gemaakt naar hetzelfde idee: Lifemap. Zijn bezwaar tegen de OneZoom-boom is dat de takken daarvan alleen in tweeën kunnen splitsen, terwijl er vaak meer dan twee groepen tegelijk uit een voorouder ontstaan. Lifemap kan in die gevallen wel drie-, vier- of meersprongen weergeven. Dat zie je al meteen: de stamboom splitst aan de basis op in drie hoofdgroepen: bacteriën (die in OneZoom nog ontbreken), Archaea (of archaebacteriën) en eukaryoten (soorten met cellen die een celkern hebben).
De hoofdgroepen zijn weergegeven in halve cirkels waarbinnen subgroepen weer halve cirkels vormen, en als je daarop inzoomt zie je opnieuw halve cirkels. Tot je bij stippen bent aanbeland die soorten weergeven. Klik je daarop, dan krijg je een plaatje, een korte beschrijving en een link naar Wikipedia, voor zover beschikbaar.
Er zijn drie versies van Lifemap: een publieksversie (met 800.000 soorten) en twee wat uitgebreidere versies voor onderzoekers. Apps voor telefoons en tablets zijn in de maak.

Zakelijk of speels

OneZoom of Lifemap? Welke is het mooist? Welke het prettigst om mee te werken?
Moeilijke vraag.

Lifemap ziet er zakelijker uit, OneZoom heeft een speelser uiterlijk dat naar mijn smaak aantrekkelijker is.
Bij beide bomen is het lastig om, al inzoomend, het overzicht te houden en bij beide bomen helpt het als je een beetje thuis bent in de levensboom en de namen van de grote groepen kent. OneZoom geeft meer houvast met foto’s bij groepen en afsplitsingen; bij Lifemap verschijnen die pas als je op een vertakking klikt. Toch vind ik persoonlijk Lifemap iets overzichtelijker.
OneZoom geeft bij elke groep aan wanneer de gemeenschappelijke voorouder geleefd heeft, dus hoe oud die groep is. Lifemap geeft die tijdinformatie niet. En een ander groot pluspunt van OneZoom is, dat er ook Nederlandse namen in staan. Je kunt bijvoorbeeld zoeken naar de ‘kruisbek’ van de foto boven. Voor Lifemap moet je de wetenschappelijke naam (‘Loxia curvirostra’) weten; zoeken lukt soms met een Engelse naam.
Mooi aan Lifemap is dan weer dat je het evolutionaire pad van een soort zichtbaar kan maken.

Zo hebben beide bomen hun sterke kanten. Het is hoe dan ook leuk om er een tijdje in rond te dwalen.

Willy van Strien

Foto: Kruisbek. Andy Reago & Chrissy McClarren (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY 2.0)

Bekijk Lifemap, maak kennis via een instructiefilmpje en vergelijk het met OneZoom

Zie ook: Boom groeit uit

Bron:
De Vienne, D.M., 2016. Lifemap: exploring the entire tree of life. PLoS Biology 14: e2001624. Doi: 10.1371/journal.pbio.2001624

© 2024 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑