Evolutie en Biodiversiteit

Maand: mei 2017

Snelle plant

Watervlo is kansloos tegen blaasjeskruid

loos blaasjeskruid, een vleesetende waterplant

Van ontsnappen is geen sprake als een watervlo een vangblaasje van blaasjeskruid raakt. Binnen een fractie van een seconde klapt het deurtje van de val open en dicht en is de watervlo verdwenen. Het gaat met een kracht waartegen het beestje zich niet kan verzetten, laten Simon Poppinga en collega’s zien: het is meteen uitgeschakeld.

Sommige vleesetende planten, die hun voedingsstoffen uit dierlijke prooien halen, hebben dichtklappende vallen waarmee ze insecten of andere kleine beestjes vangen. Die vallen zijn razendsnel. Kampioen zijn blaasjeskruidsoorten die in water leven, schrijven Simon Poppinga en collega’s.
groot blaasjeskruid, blad met vangblaasjesBoven water zijn van deze drijvende waterplanten alleen de stengels met gele bloemen te zien. Die doen niet vermoeden dat de planten onder water zo gevaarlijk zijn. Daar hebben ze veerdelige bladeren met vangblaasjes. Met een hogesnelheidscamera filmden de onderzoekers hoe vangblaasjes van loos blaasjeskruid een watervlo opzuigen.

De blaasjes zijn gevuld met water, soms ook met wat lucht, en doordat ze constant water naar buiten pompen heerst er een onderdruk. Ze zijn afgesloten met een buigzaam deurtje dat aan de bovenkant vastzit en aan de onderkant op een drempel rust. Het deurtje is bol naar buiten toe. Er staan wat haren op die reageren op aanraking.

Honderdste seconde

Als een watervlo zo’n haar raakt, is hij verloren. Dan klapt de deur om van bol naar hol. In die positie kan hij de waterdruk van buiten niet weerstaan, dus hij zwaait naar binnen toe open. Met een snelheid die tot wel 4 meter per seconde kan oplopen schiet de watervlo dan met het instromende water door de deuropening. Hij is volkomen machteloos. Binnen komt de waterstroom bijna tot stilstand; de sterke versnelling en vertraging zijn genoeg om het diertje te versuffen en misschien zelfs te doden. Bewegen doet het in elk geval niet meer, en als het nog leeft, zal het snel stikken – zonder doodstrijd.
Het deurtje slaat dicht en neemt de bolle vorm weer aan. Het hele vangproces heeft slechts een honderdste seconde geduurd. De prooi zal binnen een paar uur zijn verteerd.

Loos blaasjeskruid komt in Nederland voor, net als groot of gewoon blaasjeskruid, dat er erg op lijkt. De planten zijn zeldzaam.

Willy van Strien

Foto’s:
Groot: loos blaasjeskruid. Abalg (via Wikimedia Commons. Creative Commons CC BY 3.0)
Klein: bladeren met vangblaasjes van groot blaasjeskruid. H. Zell (via Wikimedia Commons. Creative Commons CC BY-SA 3.0)

Bron:
Poppinga, S., L.E. Daber, A.S. Westermeier, S. Kruppert, M. Horstmann, R. Tollrian & T. Speck, 2017. Biomechanical analysis of prey capture in the carnivorous Southern bladderwort (Utricularia australis). Scientific Reports 7: 1776. Doi:10.1038/s41598-017-01954-3

Elke rug is goed

Kikkervisjes hebben grote haast om weg te komen

Vader pijlgifkikker Ranitomeya variabilis brengt zijn jongen in veiligheid

Het loopt slecht af als de jongen van pijlgifkikker Ranitomeya variabilis samen opgroeien: dan blijft er maar één in leven. Zo gauw zich een volwassen kikker vertoont, proberen kikkervisjes dan ook op zijn rug te klimmen en mee te liften naar een veilige plek, schrijven Lisa Schulte en Michael Mayer.

Als mannetje en vrouwtje van de pijlgifkikker Ranitomeya variabilis uit Peru paren, leggen ze twee à zes eitjes bij een waterpoeltje in de bladoksel van een plant, bijvoorbeeld een bromelia. Daar is de kans klein dat de eitjes door een roofvijand worden gevonden. De vader komt af en toe kijken, en zodra een larve uit het ei komt neemt hij het op de rug en brengt het naar een ander poeltje dat hij van tevoren heeft uitgezocht. Bij een volgend bezoek vist hij opnieuw een larve uit het water, tot hij alle jongen heeft ondergebracht in verschillende plantenpoeltjes waar ze het rijk alleen hebben.

Razendsnel

Het is noodzakelijk dat de kikkervisjes van elkaar worden gescheiden. Want als ze bij elkaar blijven, eten ze elkaar op. Er blijft dan slechts één kikkervisje over dat kan opgroeien.

Maar soms worden kleintjes niet meteen opgehaald als ze uitkomen. Dan doen ze hun uiterste best om alsnog een lift te krijgen, laten Lisa Schulte en Michael Mayer zien. Ze brachten groepjes eitjes naar het lab, deden ze in kleine plastic bekers, wachtten tot ze allemaal waren uitgekomen en zetten er dan een volwassen kikker bij: een mannetje of vrouwtje van de eigen soort of een mannetje van een andere soort.
Wat voor kikker het ook was, de kikkervisjes zwommen erheen en veel van hen probeerden razendsnel op zijn rug te komen. Sommige slaagden daarin. Zij besprongen de kikker in feite, schrijven de onderzoekers; het leek wel een aanval.

Hoge nood

Het is begrijpelijk dat de kikkervisjes zo haastig en fel zijn. Verschijnt er in de natuur een volwassen kikker bij hun poeltje, dan is het waarschijnlijk de vader die hen alsnog in veiligheid wil brengen. Hij helpt het kikkervisje dat als eerste bij hem is op zijn rug door die te buigen of door het kleintje met de poten naar boven te duwen. Dan vertrekt hij met de gelukkige. Er is geen garantie dat hij de andere jongen daarna ook nog zal komen ophalen. Als hij geen geschikte vrije poeltjes meer kan vinden, blijft hij weg. Vandaar dat de kikkervisjes proberen er als eerste bij te zijn.

Maar in de experimenten kon de bezoeker ook een vrouwtje zijn, of een exemplaar van een andere soort. Dan kregen de kikkervisjes geen enkele hulp of aanmoediging, maar probeerden ze toch vervoer te krijgen door op eigen kracht op de rug van de kikker te klimmen.
Kennelijk is de nood zo hoog dat de kikkervisjes geen verschil maken tussen hun vader en een willekeurige andere kikker die toevallig langs komt. Dat is ook maar beter, want al heeft zo’n andere kikker niet de bedoeling om de kikkervisjes naar een veilige plek te brengen, er is een kans dat die al meeliftend toch bij een geschikt poeltje terechtkomen.

Alleen als de onderzoekers een kikkermodel van kunststof aanboden, reageerden de kikkervisjes niet. Waarschijnlijk herkennen ze een echte kikker aan diens geur.

Willy van Strien

Foto: John Clare (via Flickr. Creative Commons CC BY-NC-ND 2.0)

Bron:
Schulte, L.M. & M. Mayer, 2017. Poison frog tadpoles seek parental transportation to escape their cannibalistic siblings. Journal of zoology, 5 mei online. Doi: 10.1111/jzo.12472

© 2024 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑