Evolutie en Biodiversiteit

Categorie: concurrentie

Vruchtbare grond

Bonte manakin met rijk territorium baltst langer

Bij de bonte manakin, Manacus manacus, dragen mannen niets bij aan de zorg voor het nageslacht. Ze bezetten een territorium in de buurt van twee tot tientallen andere mannen en proberen zo veel mogelijk vrouwen te lokken en bereid te vinden tot een paring. Vrouwen doen de rest: nadat ze een man hebben gekozen en gepaard, bouwen ze in hun eentje een nest, bebroeden de eitjes en brengen de jongen groot.

Mannen met een territorium waar de vruchtjes die op hun menu staan volop te vinden zijn, krijgen meer vrouwen op bezoek dan mannen op een minder voedselrijke plek, ontdekten Luke Anderson en collega’s.

De bonte manakin, een kleine zangvogel, leeft in bossen in tropisch Zuid-Amerika. Net als bij veel van de andere 55 manakin-soorten vertonen de zwart-witte mannen in de broedperiode spectaculair baltsgedrag om vrouwen te verleiden. De ene man heeft daar veel meer succes mee dan de andere.

Een man bezet een territorium waarin hij een baltsplaats – een stukje grond van 15 à 90 centimeter doorsnede, omringd door jonge boompjes – heeft schoongeveegd tot op de kale bodem. Schone grond is veilig, want een gevaarlijke slang valt er meteen op. Bovendien steekt de man er goed tegen af met zijn show. Hij zet zijn ‘baardveren’ op (in het Engels heet deze soort witbaardmanakin), laat zijn roep horen en springt bliksemsnel tussen stengels en de grond op en neer, terwijl zijn vleugels klakken en zoemen. Die energieke vertoning kan hij tot een halve minuut achtereen volhouden.

De olijfgroene vrouwen doen er het beste aan om een man van goede erfelijke kwaliteit te kiezen, want dan is de kans op succesvol nageslacht het grootst. Een belangrijk criterium waaraan vrouwen de kwaliteit van mannen kunnen beoordelen, is hun balts-prestatie. Hoe intensiever de balts is, hoe sterker en gezonder de uitvoerder zal zijn.

Maar nu schrijft Anderson dat sommige bonte manakin-mannen in het voordeel zijn, namelijk mannen met een rijk territorium. De vogels eten voornamelijk rijpe vruchtjes, en territoria verschillen enorm in beschikbaarheid aan dat voedsel, blijkt uit zijn onderzoek in Ecuador. Mannen met een rijk territorium zijn nauwelijks tijd kwijt met voedsel zoeken en hebben een goede conditie, veronderstelde hij. En inderdaad, zo bleek uit waarnemingen met camera’s: hoe rijker een territorium was, hoe meer tijd de eigenaar aan zijn shows besteedde.

En hoe langer een man baltste, hoe hoger de frequentie van vrouwenbezoek was, dus hoe meer voortplantingssucces hij had.

Aandacht-trekkende mannen hebben dus een ongelijk speelveld; mannen met een rijk territorium hebben het makkelijker. Is de balts-prestatie dan wel een eerlijke maat voor hun kwaliteit?

Het zou een slechte maat zijn als het toeval is of een bonte manakin-man een rijk territorium bezet en zijn kwaliteit daar niets mee te maken heeft.

Maar waarschijnlijk moeten de mannen strijden om de beste plek te bemachtigen, en zal de sterkste man de concurrentie winnen en het rijkste territorium veroveren, waar hij vervolgens veel tijd aan de balts kan besteden. De balts-prestatie is dan dus wel een goede maat voor vrouwen om mannen te beoordelen.

De vogels poepen de zaadjes van de vruchtjes die ze eten weer in hun territorium uit. Zo houden ze de plaatsen met vruchtdragende planten in stand. De mannen worden oud en kunnen tot elf jaar lang hetzelfde territorium bezetten.  

Willy van Strien

Foto: Bonte manakin man. Félix Uribe (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY -SA 2.0)

Bekijk een filmpje van een baltsende bonte manakin, springend en klakkend, op You Tube

Zie ook de balts van andere manakin-soorten:
Langstaartmanakin
Goudkraagmanakin, met gedrag dat lijkt op dat van bonte manakin
Stompveermanakin

Bronnen:
Anderson, H.L., J. Cabo & J. Karubian, 2024. Fruit resources shape sexual selection processes in a lek mating system. Biology Letters 20: 20240284. Doi: 10.1098/rsbl.2024.0284
Cestari, C. & M.A. Pizo, 2014. Court cleaning behavior of the white-bearded manakin (Manacus manacus) and a test of the anti-predation hypothesis. The Wilson Journal of Ornithology, 126: 98-104. Doi: 10.1676/13-032.1

Vliegenvangers gluren bij de buren

Beschermen koolmezen hun legsel tegen nieuwsgierige blikken?

Bonte vliegenvangers nemen vaak een kijkje in het nest van koolmezen en apen vervolgens het gedrag na van koolmezen die veel eitjes hebben. Maar koolmezen delen liever geen informatie over de inhoud van hun nest. Signaleren ze een vliegenvanger in de buurt, schrijven Olli Loukola en collega’s, dan bedekken ze hun eitjes.

Als de bonte vliegenvangers in het voorjaar terugkomen uit Afrika, zijn de koolmezen, die niet zijn weggeweest, al volop aan het broeden. In Finland, waar Olli Loukola werkt, lopen de mezen 10 tot 14 dagen op de vliegenvangers voor.
De koolmezen kennen hun omgeving goed en hebben een geschikte plek voor hun nest uitgezocht.
Het is niet zo vreemd dat vliegenvangers afkomen op plaatsen waar veel koolmezen nestelen. Ze zoeken namelijk dezelfde nestplaatsen: holten in bomen of nestkasten. En ze hebben hetzelfde voedsel nodig voor hun jongen: insecten. Dus waar het goed is voor koolmezen, is het ook goed voor vliegenvangers. Daar vestigen ze zich graag en daar produceren ze grote legsels. Tenzij er zoveel koolmezen zijn dat de concurrentie erg hevig zou worden.

Inbreuk op privacy

Maar de vliegenvangers blijken de privacy van hun buren niet te respecteren. Als de mezenouders weg zijn, komen de vliegenvangers regelmatig in hun nesten kijken hoeveel eitjes er liggen. Daar trekken ze conclusies uit. Waar de koolmeesburen veel eitjes hebben, leggen de vliegenvangers ook iets meer eitjes die bovendien iets zwaarder zijn. Ze rekenen er dan op dat de omgeving voldoende voedsel biedt voor een groot gezin.

Bovendien apen ze mezen met grote legsels na. In een eerdere studie plaatsten de onderzoekers ofwel een witte cirkel, ofwel een witte driehoek rond de ingang van nestkasten. Troffen de vliegenvangers een groot legsel aan bij een koolmeespaar in zo’n versierde nestkast, dan kozen ze voor zichzelf meestal een nestkast met hetzelfde symbool erop. Troffen ze een klein legsel in een koolmeesnest, dan namen ze liever een kast van het andere type. Ze kopieerden zo het gedrag van succesvolle mezen en vermeden het gedrag van minder succesvolle mezen.

Groot risico

De vliegenvangers spieken dus bij de concurrentie. De koolmezen zijn de dupe. Want waar ook vliegenvangers komen nestelen, blijft straks minder voedsel over voor de koolmeesjongen. Dan kan het gebeuren dat er minder jongen opgroeien of dat ze kleiner zijn als ze uitvliegen. De mezen moeten daarom niets hebben van vliegenvangers. Als ze pottenkijkers betrappen, jagen ze die weg of maken ze soms zelfs dood.
Glurende vliegenvangers nemen dus grote risico’s. Kennelijk is de informatie over de inhoud van koolmeesnesten ze erg veel waard.

Toegedekt

Nu melden de Finse onderzoekers dat de koolmezen die informatie afschermen door hun eitjes te bedekken. Mezen hebben de gewoonte om haar en ander materiaal op de eitjes te leggen zolang het legsel nog niet compleet is en de mezenouders vaak weg zijn. Waarom is niet helemaal duidelijk; misschien is het om de eitjes warm te houden.

Is er een vliegenvanger in de buurt, dan dekken koolmezen hun legsel extra goed toe, ontdekten de onderzoekers via experimenten. Ze lieten bij een aantal koolmeesnesten een opgezette vliegenvanger zien en het geluid van zijn zang horen. Bij andere nesten gebruikten ze een opgezette pestvogel en zijn geluid, ter controle. De pestvogel is geen concurrent van de mezen.
Geconfronteerd met een vliegenvanger brachten de mezen meer haar in hun nest en dekten ze hun eitjes zorgvuldiger toe dan wanneer ze een pestvogel in hun buurt zagen. Het verschil was niet heel groot, dus ik ben nog niet helemaal overtuigd dat de mezen opzettelijk informatie voor vliegenvangers verbergen. Maar het lijkt er op.

De onderzoekers zagen soms ook dat vliegenvangers een mezennest binnengingen en het haar van de eitjes afhaalden. Hondsbrutaal.

Willy van Strien

Foto: Arnstein Rønning (Wikimedia Commons)

Bronnen:
Loukola, O.J., T. Laaksonen, J-T. Seppänen & J.T Forsman, 2014. Active hiding of social information from information-parasites. BMC Evolutionary Biology 14:32. Doi: 10.1186/1471-2148-14-32
Loukola, O.J., J-T. Seppänen, I. Krams, S.S. Torvinen & J.T. Forsman, 2013. Observed fitness may affect niche overlap in competing species via selective social information use. American Naturalist 182: 474-483. Doi: 10.1086/671815
Forsman, J.T., J-T. Seppänen & I.L. Nykänen, 2012. Observed heterospecific clutch size can affect offspring investment decisions. Biol. Lett. 8: 341-343. Doi: 10.1098/rsbl.2011.0970
Seppänen, J-T., J.T. Forsman, M. Mönkkönen, I. Krams & T. Salmi, 2011. New behavioural trait adopted or rejected by observing heterospecific tutor fitness. Proc. R. Soc. B 278: 1736-1741. Doi: 10.1098/rspb.2010.1610
Forsman, J.T., R.L. Thomson & J-T. Seppänen, 2007. Mechanisms and fitness effects of interspecific information use between migrant and resident birds. Behavioral Ecology 18: 888-894. Doi: 10.1093/beheco/arm048

© 2024 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑