Amazonemolly is een seksuele parasiet
Alle Amazonemolly’s zijn vrouwen. Een vrouw paart met een man van een andere soort – en baart vervolgens dochters die klonen van haarzelf zijn. Wat houdt dit seksueel parasitisme in stand? Waldir Berbel-Filho en collega’s lossen een stukje van de puzzel op.
Het tropische visje Poecilia formosa, de Amazonemolly, heeft een zeer eigenaardig seksleven. De soort bestaat alleen uit vrouwen die zich ongeslachtelijk voortplanten: ze krijgen dochters die een genetische kopie van hun moeder zijn. Maar een vrouw moet wel met een man paren om de ontwikkeling van de embryo’s in gang te zetten. Mannen van de eigen soort zijn er niet, en dus neemt ze een man van een verwante soort. Zijn sperma triggert de ontwikkeling van haar eitjes, maar zijn erfelijk materiaal (dna) wordt buitenspel gezet. Hij draagt niet bij aan de erfelijke eigenschappen van het nageslacht.
Amazones parasiteren dus seksueel op mannen van andere soorten. Over de vraag hoe deze situatie kan blijven voortbestaan breken onderzoekers als Waldir Berbel-Filho en collega’s zich het hoofd.
Hybride
De Amazonemolly is een zoetwatervisje van gemiddeld zo’n 5,5 centimeter lang dat leeft in het zuiden van de Amerikaanse staat Texas en het noordoosten van Mexico. De soort is een hybride, in één keer ontstaan doordat een man van Poecilia latipinna (breedvinkarper) ooit paarde met een vrouw van Poecilia mexicana (kortvinmolly). Deze oudersoorten zijn de ‘gastheren’ waarop de Amazones seksueel parasiteren.
Waar Amazonemolly’s leven, komt vrijwel altijd maar één van beide oudersoorten voor, hetzij de breedvinkarper, hetzij de kortvinmolly. De zilvergrijze vrouwtjes van alle drie de soorten lijken op elkaar, maar ze verschillen in lichaamsvorm: de kortvinmolly is langer en dunner dan de breedvinkarper, en zijn rugvin staat wat verder naar achteren en is korter. Amazonemolly’s zitten qua lichaamsvorm tussen beide oudersoorten in, maar hun vorm varieert van plaats tot plaats.
Wonder
De hybridisatie vond 100.000 à 200.000 duizend jaar geleden plaats, wat betekent dat de Amazonemolly al ongeveer 500.000 generaties heeft doorgemaakt.
Dat mag een wonder heten. Want omdat mannen van breedvinkarper en kortvinmolly die met een Amazonemolly paren geen vader van de nakomelingen zijn, zou je verwachten dat ze het verschil leren zien tussen een Amazonemolly en een vrouw van hun eigen soort en paring met een Amazone vermijden. Maar als ze alleen met vrouwen van de eigen soort zouden paren, kan de Amazonemolly zich niet voortplanten en sterft uit.
Daarbij concurreert de Amazonemolly met de oudersoorten om voedsel; de visjes eten vooral algen en kleine insecten. En omdat Amazones alleen dochters krijgen, kunnen hun populaties twee keer zo hard groeien als die van de oudersoorten, die evenveel zoons als dochters krijgen. De Amazones zouden de oudersoorten dus kunnen verdringen, maar gaan dan bij gebrek aan mannen zelf ook verloren.
Lichaamsvorm
Het lijkt een hopeloze situatie. Om te verklaren dat Amazonemolly’s zich toch weten te handhaven, onderzocht Berbel-Filho drie mogelijkheden.
Mogelijkheid één: om de belangstelling van mannen te krijgen, lijken Amazones op een bepaalde locatie het meest op vrouwen van de oudersoort die daar ook aanwezig is. Dus waar ze samen met de breedvinkarper voorkomen lijken ze op breedvinkarper-vrouwen, en waar ze samen met kortvinmolly voorkomen op kortvinmolly-vrouwen. Oftewel: door mimicry misleiden ze mannen.
Mogelijkheid twee: om concurrentie om voedsel tegen te gaan, verschillen Amazonemolly’s juist van vrouwen van de oudersoort waarmee ze samen voorkomen. Is dat de breedvinkarper, dan lijken ze op kortvinmolly-vrouwen en omgekeerd. Het achterliggende idee is dat een andere lichaamsvorm samengaat met een iets ander menu, zodat soorten met verschillende lichaamsvormen tenminste een deel van het beschikbare voedsel voor zichzelf hebben en de soorten naast elkaar kunnen blijven bestaan.
Mogelijkheid drie: de vormvariatie van Amazonemolly’s is willekeurig en onafhankelijk van de oudersoort waarmee ze voorkomen.
Nauwkeurige metingen lieten zien: de tweede mogelijkheid is de juiste. Amazonemolly’s lijken qua lichaamsvorm minder op vrouwen van de oudersoort waarmee ze samen voorkomen. Amazones verdringen de plaatselijk aanwezige oudersoort dus niet door voedselconcurrentie, is de conclusie, al moet nog wel bewezen worden dat een verschil in lichaamsvorm de concurrentie om voedsel inderdaad verlaagt.
Verspilling
Maar dan is er nog het andere gevaar, het gevaar dat mannen van de oudersoorten niet met Amazones willen paren. Het verschil tussen vrouwen per locatie helpt mannen om de seksuele parasiet te kunnen onderscheiden van de eigen soort. Eerder onderzoek liet zien dat mannen inderdaad vaker met een vrouw van de eigen soort paren. Hoe redt de Amazonemolly het dan?
Daar is nog geen duidelijk antwoord op. Het zou kunnen zijn, denk ik, doordat vrouwen alleen gemiddeld van elkaar verschillen. De visjes variëren in lichaamsvorm, en er is enige overlap tussen vrouwen van de plaatselijk aanwezige oudersoort en Amazones. Als mannen zo kieskeurig zouden zijn dat ze elke paring met een Amazone vermijden, zouden ze ook sommige vrouwen van de eigen soort afkeuren en vaderschap mislopen. Als de hoeveelheid sperma die ze produceren niet beperkend is, kunnen ze beter wat verspillen aan verkeerde vrouwen dan bevruchtingskansen bij goede vrouwen verspelen.
Willy van Strien
Foto: Amazonemolly, Poecilia formosa. ©Tyler Reich
Bronnen:
Berbel-Filho, W.M., M. Tobler, T. Reich, A. Eghbalpour, M.J. Ryan, K. Heubel, F. Garcia-De León & I. Schlupp, 2025. Converging or diverging? Shape coevolution between a sperm-dependent asexual and its sexual hosts. Proceedings of the Royal Society B 292: 20250432. Doi: 10.1098/rspb.2025.0432
Riesch, R., M. Plath, A.M. Makowicz & I. Schlupp. 2012. Behavioural and life-history regulation in a unisexual/bisexual mating system: does male mate choice affect female reproductive life histories? Biological Journal of the Linnean Society 106: 598-606. Doi: 10.1111/j.1095-8312.2012.01886.x
Riesch, R., I. Schlupp & M. Plath, 2008. Female sperm limitation in natural populations of a sexual/asexual mating complex (Poecilia latipinna, Poecilia formosa). Biology Letters 4: 266-269. Doi: 10.1098/rsbl.2008.0019