Vader zandhoen haalt water voor de kuikens
Zolang de kuikens niet kunnen vliegen, haalt een Namaqua zandhoen-vader water voor hen. Jochen Mueller en Lorna Gibson beschrijven de speciaal aangepaste buikveren die dat mogelijk maken.
Zoals hun naam al doet vermoeden, komen zandhoenders voor op droge, vrijwel kale plaatsen. Zo leeft het Namaqua zandhoen (Pterocles namaqua) in woestijnen in Zuidwest-Afrika, zoals de Kalahari en de Namibische woestijn. De vogels broeden er tot op maar liefst 30 kilometer afstand van het dichtstbijzijnde water. Omdat ze vooral gortdroge zaden eten, moeten ze wel drinken. Volwassen vogels vliegen ’s morgens en ’s avonds dan ook naar drinkplaatsen. Zo redden ze het in hun dorre leefgebied.
Maar hun kuikens kunnen de eerste maand niet mee naar de drinkplaatsen. Ze zijn na uitkomen meteen zelfstandig; ze lopen en zoeken zelf voedsel. Maar vliegen kunnen ze nog niet. Bekend was al, dat zandhoen-vaders een voorraad water voor hen meenemen in speciaal aangepaste buikveren, die water opnemen en vasthouden. Jochen Mueller en Lorna Gibson brengen de structuur van die veren, zowel in natte als droge staat, nu gedetailleerd in beeld met verschillende microscopische technieken.
Franje
Om een voorraad water in te slaan, stapt een Namaqua zandhoen-man het water in totdat het tot zijn buik komt. Hij zet zijn buikveren op en wiegt op en neer, zodat de veren doordrenkt raken. Dan drukt hij zijn buikveren weer tegen zich aan en vertrekt. Hij kan naar schatting 25 milliliter water opslaan, 15 procent van zijn lichaamsgewicht. Hij vliegt met hoge snelheid terug, een tocht die een half uur kan duren. In de droge woestijnlucht verdampt wat water tijdens de vlucht, maar er is nog heel wat over als hij bij zijn nest aankomt.
De kuikens rennen op hem af en strippen met hun snavels het water uit de veren.
Dat de buikveren een speciale structuur hebben, is met het blote oog al te zien. De veren hebben een brede harige franje langs de zijkant, behalve aan de top. Maar pas onder de microscoop wordt de speciale structuur helemaal duidelijk.
Gekrulde baardjes
Een gewone dekveer van een vogel bestaat uit een veerschacht waarop baarden zijn ingeplant, en aan die baarden ontspringen baardjes. Die baardjes grijpen met haakjes en groefjes in elkaar, zodat de veer een gesloten vlak heeft. Dankzij de haakjes en groefjes is een verfomfaaide veer weer goed in vorm te wrijven.
De baarden en baardjes van de buikveren van Namaqua zandhoen-mannen blijken onder de microscoop af te wijken van de normale structuur. De harige franje langs de veer ontstaat doordat het buitenste stuk van de baarden dun en buigzaam is, en doordat de baardjes die op het buitenste deel zijn ingeplant eveneens dun en buigzaam zijn.
Het binnenste stuk van de baarden, waar ze aan de veerschaft vastzitten tot iets over de helft, is dikker en stug. De baardjes op dit stuk ontspringen aan de bovenkant, maken een spiraalvormige krul naar beneden en gaan rechtuit verder, evenwijdig langs de baard. De krullen van opeenvolgende baardjes grijpen in elkaar en houden zo de veer gesloten.
Dat is het beeld van een droge buikveer.
Wateropslag
Als zo’n veer nat wordt, verandert dat beeld. De baardjes op het binnenste stuk van de baard schieten uit de krul en buigen loodrecht naar beneden; ze vormen dan een dicht woud van vezels. Door de zogenoemde capillaire kracht wordt daartussen water opgezogen en vastgehouden.
De franje langs de veer (dus de buitenste stukken van de baarden en de baardjes die daar ontspringen) buigt naar onder en naar binnen in de richting van de veerschacht, als een laag om het water vast te houden.
Het Namaqua zandhoen is één van 14 soorten zandhoenders (Pterocles), die allemaal op droog terrein leven. Van al deze soorten kunnen de mannen water dragen in hun buikveren, dankzij die unieke aanpassing van de veerstructuur.
Willy van Strien
Foto: Pterocles namaqua, man. Bernard DUPONT (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY-SA 2.0)
Op YouTube: Namaqua zandhoen-man haalt water voor kuikens
Bronnen:
Mueller, J. & L.J. Gibson, 2023. Structure and mechanics of water-holding feathers of Namaqua sandgrouse (Pterocles namaqua). Journal of the Royal Society Interface 20: 20220878. Doi: 10.1098/rsif.2022.0878
Cade, T.J. & G.L. Maclean, 1967. Transport of water by adult sandgrouse to their young. The Condor 69: 323-343. Doi: 10.2307/1366197