Evolutie en Biodiversiteit

Categorie: verdediging (Pagina 7 van 7)

Slang wordt giftig van padden

Tweedehands gif ter bescherming tegen roofvijanden

Het gif waarmee de slang Rhabdophis tigrinus zich tegen zijn roofvijanden verdedigt, maakt hij niet zelf, volgens Deborah Hutchinson en collega’s. Het gif waarmee hij zijn prooien uitschakelt is wel van eigen makelij.

De Aziatische slang Rhabdophis tigrinus heeft een unieke verdediging tegen de roofvogels, wasbeerhonden, grote slangen, vissen en reuzensalamanders die wel een slangetje lusten. Hij draagt speciale gifzakjes op zijn nek waar een gele, stinkende vloeistof uit te voorschijn komt zo gauw een roofvijand hem achter z’n kop bijt of grijpt. De aanvaller zal snel afdruipen, want de vloeistof brandt in zijn bek en doet pijn aan zijn ogen.
Dat verdedigingsgif is tweedehands, ontdekten Deborah Hutchinson en collega’s.

Biologen wisten al lang dat Rhabdophis tigrinus, een slang van hooguit 1 meter lang, twee rijen ‘nekklieren’ heeft die zichtbaar zijn als twee verdikte stroken achter de kop. En ze wisten ook daar giftige stoffen in zitten die hetzelfde zijn als de stoffen die giftige padden op hun huid afscheiden.

Gifzakjes

Hutchinson en collega’s hebben met een serie proeven laten zien dat dat geen toeval is: de slang eet padden en verdraagt hun gif niet alleen, maar slaat het op en gebruikt het voor zijn eigen verdediging.

De onderzoekers werkten met slangen van twee kleine Japanse eilanden: Ishima, waar veel giftige padden (Bufo japonicus) voorkomen, en Kinkasan, dat vrij van padden is. Op Ishima zijn alle individuen van Rhabdophis tigrinus uitgerust met een flinke portie verdedigingsgif. Worden ze bedreigd, dan buigen ze de kop om de ‘nekklieren’ goed te laten zien; voelen ze iets, dan proberen ze hun nek te zwaaien tegen hetgeen dat ze aanraakt.
Slangen op Kinkasan missen die verdediging. Ze hebben wel gifzakjes, maar die zijn leeg. Zij zullen eerder voor een roofvijand vluchten dan naar hem te dreigen. Maar: krijgen deze slangen in gevangenschap padden te eten, dan vullen hun zakjes zich snel met gif.

Tweedehands gif voor verdediging

Dat bewijst dat de slangen het verdedigingsgif niet zelf kunnen maken, maar uit hun prooien halen. De ‘nekklieren’ zijn dan ook geen echte klieren, maar alleen opslagruimten. Ze worden van bloed voorzien door een dicht netwerk van kleine bloedvaatjes die het gif aanvoeren.

Een slangenmoeder die zelf over gif beschikt, geeft haar jongen een voorraadje mee in het ei. De kleintjes komen uit met gevulde zakjes waarmee ze zeker zes maanden zijn beschermd; zo overbruggen ze de tijd tot ze jonge padjes kunnen gaan eten om hun gifzakjes bij te vullen. Jonge slangetjes die niets van hun moeder hebben meegekregen, bouwen een voorraad op zodra ze padden gaan eten.

Eigen gif om aan te vallen

Rhabdophis tigrinus is dus een giftige slang waar zijn roofvijanden mee moeten uitkijken – als hij tenminste padden op heeft. Maar het is ook een gifslang die gevaarlijk is voor zijn prooien. Achter in de bek heeft hij namelijk een paar gifklieren plus vergrote tanden om zijn prooien uit te schakelen. Dat gif remt de bloedstolling van de slachtoffers zodat ze na een beet dood bloeden.
Het aanvalsgif in de bek heeft een andere functie en een andere samenstelling dan het verdedigingsgif in de nek.

Het aanvalsgif maakt de slang, in tegenstelling tot het verdedigingsgif, wel zelf. “Voor zover we weten, bevatten de klieren in de bek geen paddengif”, zegt Hutchinson.

Hergebruik?

Als de slang zijn verdedigingsgif heeft moeten aanspreken, zijn de gifzakjes en de huid erover kapot. De vraag is of dat weer herstelt of dat de zakjes slechts eenmaal gebruikt kunnen worden.
Ik gok op het eerste; anders zouden de slangen, ook al beschikken ze over verdedigingsgif, toch wel wat voorzichtiger zijn tegenover hun vijanden.

Willy van Strien

Foto’s : Deborah Hutchinson (Coastal Carolina University; slang) en Yasunori Koide (Wikimedia Commons; pad)

Bronnen:
Hutchinson. D.A., A.H. Savitzky, G.M. Burghardt, C. Nguyen, J. Meinwald, F.C. Schroeder & A. Mori, 2012. Chemical defense of an Asian snake reflects local availability of toxic prey and hatchling diet. Journal of Zoology, 17 december online. Doi: 10.1111/jzo.12004
Mori, A.,  G,M. Burghardt, A.H. Savitzky, K.A. Roberts, D.A. Hutchinson & R.C. Goris, 2012. Nuchal glands: a novel defensive system in snakes. Chemoecology 22:187-198. Doi: 10.1007/s00049-011-0086-2
Hutchinson, D.A., A. Mori, A.H. Savitzky, G.M. Burghardt, X. Wu, J. Meinwald & F.C. Schroeder, 2007. Dietary sequestration of defensive steroids in nuchal glands of the Asian snake Rhabdophis tigrinus. PNAS 104: 2265-2270. Doi: 10.1073/pnas.0610785104

Verfrissende peuk

Vogels weren mijten met afgedankte sigaretten

Bloedzuigende mijten houden niet van nicotine. Daarom leggen vogels graag peuken van filtersigaretten in het nest, melden Monserrat Suárez-Rodríguez en collga’s.

Nicotine is een schadelijk stofje – en daar maken sommige stadsvogels slim gebruik van. Zanglijsters, huismussen en Mexicaanse roodmussen rapen peuken van filtersigaretten op en leggen die in hun nest. De nicotine in de filters houdt bloedzuigende mijten weg, lieten Monserrat Suárez-Rodríguez en collega’s zien.
De onderzoekers bekeken nesten van huismussen en Mexicaanse roodmussen nadat de jongen waren uitgevlogen en vonden in de meeste nesten peuken van filtersigaretten. Een fanatieke vogel had maar liefst 48 sigarettenpeuken opgescharreld.

Minder mijten

Hoe meer filtermateriaal in een nest, hoe minder mijten de onderzoekers er aantroffen.

Dat de nicotine – die door het roken in de filters is gaan zitten – de mijten afschrikt, bleek uit proeven waarbij de onderzoekers mijtenvallen maakten door warmte-elementen te voorzien van dubbelzijdig plakband en die in vogelnesten zetten. Op sommige van die namaak-vogellijfjes hadden ze nicotinerijk filtermateriaal van opgerookte sigaretten aangebracht, op de andere filtermateriaal van niet-gebruikte sigaretten, waar dus geen nicotine in zat. Na twintig minuten telden ze hoeveel mijten op het plakband vast zaten.

Op de vallen met nicotinerijke filters waren minder mijten afgekomen dan op de vallen met schoon filtermateriaal.

Met afgedankte peuken kunnen vogels dus mijten uit hun nest weren.
Of de nicotine voor de vogels zelf schadelijk of wellicht verslavend is? Dat vermelden de onderzoekers helaas niet.

Willy van Strien

Foto: Rémi Jouan (Wikimedia Commons)

Bron:
Suárez-Rodríguez M., I. López-Rull & C. Macías Garcia, 2012. Incorporation of cigarette butts into nests reduces nest ectoparasite load in urban birds: new ingredients for an old recipe? Biology Letters, 5 december online. Doi: 10.1098/rsbl.2012.0931

Tovervel

De blauwgeringde octopus wisselt razendsnel van outfit

De giftige blauwgeringde octopus, Hapalochlaena lunulata, kan vliegensvlug zijn iriserend blauwe ringen te voorschijn toveren. Lydia Mäthger en collega’s laten zien hoe.

Het ene moment onopvallend, het andere moment oogverblindend: de grote blauwgeringde octopus, Hapalochlaena lunulata, heeft nog geen halve seconde nodig om ongeveer zestig stralend blauwe ringen te voorschijn te toveren op kop, mantel en armen.
Er zijn meer inktvissen die hun kleurpatroon snel kunnen veranderen, maar dit octopusje van maximaal 20 centimeter lang is kampioen. Hij heeft een unieke truc om vliegensvlug van uiterlijk te wisselen, ontdekte Lydia Mäthger.

Het geheim zit in zijn huid, die zoals bij alle inktvissen zeer elastisch en gespierd is.

Golflengte

In die huid liggen – in ringen gegroepeerd – speciale cellen die kleurloos zijn, maar regelmatig gestapelde dunne plaatjes bevatten. Als daar licht op valt, kaatst het eerste plaatje een deel terug. De rest van het licht gaat door en buigt daarbij iets af. Bij het volgende plaatje kaatst opnieuw een deel terug en gaat een deel door, en zo verder. Licht bestaat uit kleuren met verschillende golflengtes en elke golflengte buigt onder een andere hoek af. Daardoor worden bepaalde kleuren na buiging en terugkaatsing versterkt en andere uitgedoofd. Dat gebeurt ook op een cd; daar zie je een patroon van zogenoemd iriserende kleuren.
De reflecterende cellen van deze octopus zijn zo gebouwd, dat alleen blauw licht versterkt wordt, onder welke hoek je er ook naar kijkt.

Gordijntjes

Maar meestal is van die helderblauwe kleur niets te zien. Het grootste deel van de dag houdt de octopus, die leeft in ondiep water langs kusten van Stille Oceaan en Indische Oceaan, zich verborgen; hij is dan goed gecamoufleerd tegen de achtergrond van rotsen en koralen. Slechts af en toe flitst opeens zijn kleurige patroon op.

Hoe kan hij zijn blauwe ringen verborgen houden en zo plotseling te voorschijn halen? De ringen van reflecterende cellen liggen in een huidplooi, ontdekte Mäthger, die door aangespannen spiercellen dicht gehouden wordt. Door die spiercellen te ontspannen legt de octopus zijn ringen bloot. Zulke ‘gordijntjes’ over reflecterende cellen waren nog niet eerder gezien.

Pigmentzakjes

Binnen en rondom de ringen liggen cellen die zakjes met een donkere kleurstof; die zakjes kunnen dichtgetrokken of uitgezet zijn. Flitsen de ringen op, dan zetten de pigmentzakjes uit zodat de ringen in een donkere vlek komen te liggen en hun kleur er extra fel uit knalt.

Hoe prachtig het kleurpatroon ook is, de octopus heeft het niet om mooi te zijn. Integendeel, de bliksemsnel opflitsende ringen dienen om zijn roofvijanden af te schrikken: andere inktvissen, vissen, vogels, walvissen en zeehonden. En zo’n heftig waarschuwingssignaal is zeker op zijn plaats, want de blauwgeringde octopus is levensgevaarlijk. Hij kan bijten en een dodelijk gif injecteren. Het is, ook voor mensen, een van de giftigste dieren in zee.

Willy van Strien

Foto: Roy Caldwell

Bron:
Mäthger, L.M., G.R.R. Bell, A.M. Kuzirian, J.J. Allen & R.T. Hanlon, 2012. How does the blue-ringed octopus (Hapalochlaena lunulata) flash its blue rings? The Journal of Experimental Biology 215: 3752-3757. Doi: 10.1242/​jeb.076869

Giftig kleurtje

Hoe feller de wesp, hoe slechter hij smaakt

Wesp is giftiger naarmate hij feller gekleurd is

Wespen zijn giftig voor vogels. De kleur is een waarschuwing: hoe feller, hoe giftiger, schrijven Manuel Vidal-Cordero en collega’s.

Als dieren opvallend gekleurd zijn, is dat vaak een waarschuwing aan hun vijanden: pas op, want ik ben giftig. Daardoor leren predatoren het snel af om zulke dieren op te eten.
Tenminste, als de felgekleurde dieren inderdaad giftig zijn. Het waarschuwingssignaal werkt alleen als het een eerlijk signaal is. En in dat geval zou moeten gelden: hoe intenser de kleur, hoe giftiger het beestje. Een dier in goede conditie kan zowel veel kleurstoffen als veel gifstoffen maken, zo is het idee.

Gif heeft twee kanten

Bij de Franse veldwesp, Polistes dominula, klopt dat mooi, schrijven Manuel Vidal-Cordero en collega’s. Deze wesp, die open papieren nesten bouwt en één à twee centimeter lang is, heeft een felle geel-zwarte tekening. Het ene exemplaar is wat feller, het andere wat fletser van kleur.
De wesp jaagt op andere insecten, die hij doodt door te steken met zijn angel die met een gifklier is verbonden.

Dat gif werkt op twee manieren: de wesp kan er niet alleen zijn prooien mee doden, maar het maakt ook de wesp zelf oneetbaar. Een insectenetende vogel kan de wespen dus maar beter met rust laten. En de grootte van de gifklier, stellen de onderzoekers, is een goede maat voor de giftigheid van de wesp.

Ze deden een eenvoudig, maar grappig onderzoek aan een aantal werksters; ze bepaalden hoe intens de zwarte en gele kleur op de bovenkant van het achterlijf waren en ze maten de gifklier op. Het bleek dat de felst gekleurde wespen de grootste gifklier hadden. Dus voor deze wespen geldt inderdaad: hoe feller van kleur, hoe giftiger.

Willy van Strien

Foto: Joaquim Alves Gaspar (Creative Commons)

Bron:
Vidal-Cordero, J.M., G. Moreno-Rueda, A. López-Orta, C. Marfil-Daza, J.L. Ros-Santaella &F.J. Ortiz-Sánchez, 2012. Brighter-colored paper wasps (Polistes dominula) have larger poison glands. Frontiers in Zoology, 9:20, 20 augustus online. Doi: 10.1186/1742-9994-9-20

Valse schijn

Kakkerlakken bootsen lampjes van giftige kniptorren na

Kakkerlak doet giftige kniptor Pyrophorus na

Lichtgevende kakkerlakken houden hun roofvijanden voor de gek. Ze lijken namelijk op lichtgevende kniptorren, die giftig zijn, laten Peter Vršanský en collega’s zien.

Het was ruim tien jaar geleden een spectaculaire ontdekking: een aantal zeldzame soorten kakkerlakken uit tropisch Zuid-Amerika bleek twee lichtgevende vlekken te hebben. Peter Vršanský en collega’s schrijven nu dat deze kakkerlakken lichtgevende kniptorren nabootsen. Die kniptorren zijn giftig en insecteneters hebben geleerd om ze met rust te laten. De kakkerlakken zijn lekker en voedzaam, maar door deze lampjes te dragen doen ze alsof ze ook giftig zijn.

Lichtgevende insectensoorten zijn er maar weinig. Het bekendst zijn de sprookjesachtige vuurvliegjes en glimwormen, die eigenlijk verkeerde namen hebben want het zijn kevers respectievelijk keverlarven.

Waarschuwing

Daarnaast zijn er enkele soorten kniptorren (Pyrophorus-soorten) met twee voortdurend gloeiende groengele vlekken op de rugkant van hun borststuk. Het licht is een waarschuwing aan insecteneters dat deze kevers giftig zijn. Als er gevaar dreigt, gaan de lampjes feller schijnen. Daarnaast hebben deze grappige kniptorren een oranjegroen lampje aan de onderzijde van het achterlijf dat aangaat als ze vliegen.

Dertien soorten kakkerlakken (Lucihormetica-soorten), laat Vršanský zien, hebben lampjes op de rugkant van hun borststuk die even groot zijn als de lampen van kniptorren, even ver uit elkaar liggen en dezelfde kleur licht uitstralen.
Althans, de mannetjes hebben zulke lichtjes. Waarom vrouwtjes geen lampen hebben, is niet bekend. Misschien dat zij zich nooit laten zien, en dan hoeven ze ook niet op giftige kevers te lijken.

Donker

Verrassend is dat de lampjes van de kakkerlakken ingewikkelder van bouw zijn dan die van vuurvliegjes en kniptorren. Het licht ontstaat door een chemische reactie in een speciale, van de rest van het lichaam geïsoleerde ruimte die met een doorzichtige laag is afgedekt.
Met hun lichtjes kunnen de kakkerlakken rovers alleen misleiden als het donker is, want anders zien die toch wel dat ze een lekker vette kakkerlak voor zich hebben in plaats van een giftige kniptor. Vandaar waarschijnlijk dat deze kakkerlakken alleen voorkomen op plaatsen waar het ’s nachts helemaal duister is, buiten bebouwde gebieden met lichtvervuiling. Die gebieden worden steeds schaarser en de kakkerlakken zijn zelfs in geschikte gebieden zeldzaam.

Willy van Strien

Foto: Een kniptor met lampjes, het voorbeeld voor de kakkerlakken, Adrian Tween (Creative Commons)

Bron:
Vršanský, P., D. Chorvát, I. Fritzsche, M. Hain & R. Ševčík, 2012. Light-mimicking cockroaches indicate Tertiary origin of recent terrestrial luminescence. Naturwissenschaften, 5 augustus online. Doi: 10.1007/s00114-012-0956-7

Dapper gewapper

Eekhoorns imponeren slangen met zwaaiende staarten

Californische grondeekhoorn verjaagt slang

Met een wapperende staart laten eekhoorns aan ratelslangen zien dat ze waakzaam zijn en aan een aanval kunnen ontkomen, schrijft Matthew Barbour. Warmte maakt het signaal extra duidelijk.

Ratelslangen eten graag Californische grondeekhoorns, en dan met name de jongen. Maar de volwassen eekhoorns verdedigen hun jongen dapper door de vijand brutaal tegemoet te treden. Als ze een slang ontdekken gaan ze er meteen op af; ze steken hun dikke, harige pluimstaart op en zwaaien hem heen en weer. Dat maakt zoveel indruk op de slang dat hij niet aanvalt en vaak zelfs stilletjes de aftocht blaast, liet Matthew Barbour zien.

Je vraagt je af wie er nu eigenlijk de baas is: de ratelslang of de grondeekhoorn.

Barbour onderzocht hoe slangen reageren op het staartvertoon van de eekhoorns door een aantal slangen uit te rusten met een radiozendertje, zodat hij hen in het veld kon volgen. Als hij zo’n slang ergens terugvond, stelden hij en een collega daar een videocamera op. Vaak ook bleven ze zelf de slang observeren.

Waakzaam

Zo kwam hij erachter dat een slang vooral uitvalt naar niet-zwaaiende eekhoorns. Eekhoorns met wuivende staart valt hij niet gauw aan; zo’n beestje loopt pas gevaar als hij zich heel dichtbij de slangenkop waagt. De slang doet er slim aan om de zwaaiende eekhoorns met rust te laten, want als hij toeschiet proberen die altijd weg te springen, en dat lukt ze meestal ook. Van niet-zwaaiende eekhoorns springt nog niet de helft op tijd weg.
Een wapperende staart is voor de slang dus een teken dat de eekhoorn hem in de gaten heeft en dat een aanval waarschijnlijk gaat mislukken.
Bovendien kan zo’n eekhoorn vervelend worden en met zand gaan gooien of zelfs bijten, zodat de slang in de verdediging wordt gedrongen. Barbour zag dat trouwens niet vaak gebeuren.

Geconfronteerd met een zwaaiende eekhoorn blijft een ratelslang meestal doodstil liggen. En zo gauw de eekhoorn bij hem weg gaat, zal de slang vertrekken. Want de staartzwaaier heeft de andere eekhoorns gealarmeerd en ook die zijn nu op hun hoede. Dan zit een lekkere hap er niet meer in.
De eekhoorns zwaaien ook met hun staart als ze op plaatsen zijn waar een slang in hinderlaag zou kunnen liggen, ook als ze er geen zien. Zo schrikken ze een eventueel aanwezige slang bij voorbaat af.

Met een opgestoken en zwaaiende staart laten de grondeekhoorns dus aan ratelslangen merken dat ze waakzaam zijn.

Warme staart

Een paar jaar geleden heeft Aaron Rundus ontdekt hoe dat ze dat signaal nog versterken. Normaal is de staart een stuk koeler dan de rest van het lichaam, maar tegenover ratelslangen warmen de eekhoorns hun staart een paar graden op. Warme voorwerpen zenden infrarode straling uit en de ratelslangen nemen die straling waar.
Het maakt de slangen extra voorzichtig, zag Rundus toen hij in het lab slangen confronteerde met robots, gemaakt van opgezette eekhoorns; sommige robots wuifden met een koele, andere met een warme staart.

Maar ondanks het dappere staartvertoon verliezen de eekhoorns toch vaak jongen aan de slangen. In die zin blijven de rovers de baas.

Willy van Strien

Foto: Joseph V Higbee (Creative Commons)

Dappere eekhoorn; YouTube-filmpje van Amerikaanse onderzoekers

Bronnen:
Barbour, M.A. & R.W. Clark, 2012. Ground squirrel tail-flag displays alter both predatory strike and ambush site selection behaviours of rattlesnakes. Proceedings of the Royal Society B, 11 juli online. Doi: 10.1098/rspb.2012.1112
Rundus, A.S., D.H. Owings, S.S. Joshi, E. Chinn & N. Giannini, 2007. Ground squirrels use an infrared signal to deter rattlesnake predation. PNAS 104: 14372-14376. Doi: 10.1073/pnas.0702599104

Nieuwere berichten »

© 2025 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑