Meeste vogelsoorten zijn piepjong

Er is nu een complete vogelstamboom tot op soortniveau, dankzij het werk van Walter Jetz en collega’s. Die haalt nogal wat oude ideeën overhoop.

Momenteel vliegen, hippen, zwemmen en lopen er op de kop af 9993 soorten vogels op aarde. Walter Jetz en collega’s zijn erin geslaagd om die allemaal hun eigen plekje op de stamboom te geven.

Dat is mooi nieuws, want biologen wisten zich tot voor kort niet goed raad met de evolutie van vogels. Honderdvijftig miljoen jaar oud zijn ze, en daarmee jonger dan de andere groepen gewervelde dieren (vissen, amfibieën, reptielen, zoogdieren). Ze vallen uiteen in oervogels (zoals Archaeopteryx) en moderne vogels. En wat de moderne vogels betreft, waren onderzoekers het eigenlijk maar over twee dingen eens:

  1. Ze splitsten zich 120 miljoen jaar geleden op in twee groepen: vogels met een oude kaakvorm (struisvogels, nandoes, kasuarisssen, emoes, kiwis en tinamoes) en vogels met een moderne kaakvorm (alle andere levende vogels).
  2. Van de vogels met moderne kaakvorm takten 105 miljoen jaar terug allereerst de groepen van ganzen, eenden en zwanen en van hoenders af.

Voor de overige vogels – en dat is maar liefst 95 procent van de vogelsoorten – was het beeld tien jaar geleden nog wazig.

DNA-gegevens

Nu is er dus duidelijkheid. Voortbouwend op werk van anderen tekenden Jetz en collega’s de complete vogelstamboom tot op soortniveau uit.
Voor de meeste soorten konden ze DNA-gegevens gebruiken. Die geven, mits goed toegepast, betrouwbare informatie; hoe minder verschillen in het DNA (erfelijk materiaal) van twee soorten, hoe dichter ze bij elkaar op de stamboom staan. Het is overigens nog een forse klus om uit al die informatie een stamboom te berekenen.

De overige soorten voegden ze toe op grond van uiterlijke overeenkomsten zoals die van oudsher gebruikt worden.

Snelle evolutie

De nieuwe kennis haalde de oude indeling behoorlijk overhoop. Zo bleek bijvoorbeeld dat valken niet bij de andere roofvogels horen.

Maar de grootste verrassing zat hem in de snelheid waarmee nieuwe soorten ontstaan. Die snelheid is de afgelopen periode steeds maar groter geworden. Vijftig miljoen jaar geleden waren er nog maar zo’n honderd soorten vogels, twintig miljoen jaar geleden duizend, en nu dus ruwweg tienduizend. Dat betekent dat de meeste vogelsoorten erg jong zijn.

Veel nieuwe soorten zijn de laatste tijd ontstaan bij de eenden, spechten, meeuwen en bepaalde groepen zangvogels. Dat gebeurde vooral in Noord Amerika, gebieden in het noorden van Azië en het zuidwesten van Zuid Amerika. En dus niet in de tropen, hoewel daar wel de meeste soorten leven.

Grote lijnen liggen nu vast

Momenteel is de snelheid van soortvorming onder vogels naar evolutionaire maatstaven duizelingwekkend: er komt naar schatting elke zevenhonderd jaar een nieuwe soort bij. Toch zal de rijkdom aan vogels afnemen, want de snelheid waarmee vogelsoorten uitsterven door menselijk toedoen is een paar honderd keer zo hoog.

De stamboom is niet definitief. Er zullen best nog wat details veranderen als meer DNA-gegevens of meer fossielen beschikbaar komen. Maar de grote lijnen liggen vast.

Willy van Strien

Foto: Alastair Rae (Wikimedia Commons)

Bronnen:
Jetz, W., G.H. Thomas, J.B. Joy, K. Hartmann & A.O. Mooers, 2012. The global diversity of birds in space and time. Nature, 31 oktober online. Doi: 10.1038/nature11631
Hackett, S.J. et a.., 2008. A phylogenomic study of birds reveals their evolutionary history. Science 320: 1763-1768. Doi: 10.1126/science.1157704