Evolutie en Biodiversiteit

Maand: augustus 2017

Huichelachtig

Oneerlijke poetsvis poetst zijn reputatie op

poetslipvis werkt aan zijn reputatie

Poetsvissen kunnen geslepen zakenlieden zijn die klanten lokken door zich vriendelijker voor te doen dan ze zijn – en die klanten vervolgens te schaden. Want daar komt hun gedrag soms wel op neer, blijkt uit onderzoek van Sandra Binning en collega’s.

Wie een bedrijf heeft, moet zorgen voor een goede naam. Dat geldt ook voor poetsvissen zoals de gewone poetslipvis, Labroides dimidiatus. Zij doen er alles aan om die goede naam te handhaven, zeker als ze zich in werkelijkheid slecht gedragen. Ze werken slim aan hun reputatie, laten Sandra Binning en collega’s zien.
De poetsvissen bemannen, in hun eentje of als paar, een poetsstation op een koraalrif waar ze andere vissen een schoonmaakbeurt aanbieden. De poetsers eten parasieten van hun klanten af. Het is een bloeiende bedrijfstak: een gemiddelde poetser komt zo’n tweeduizend keer per dag in actie bij meer dan honderd klanten; sommige klanten komen tientallen keren op een dag langs. Beide partijen hebben er baat bij: klanten blijven schoon, poetsvissen verdienen een maaltje.

Hap slijm

Maar een poetser kan een klant ook duperen: in plaats van hem te bevrijden van parasieten bijt hij dan een hap uit zijn slijmlaag die beschermt tegen onder meer beschadiging en ultraviolette straling. Een poetser heeft graag zo’n hap slijm, want die is voedzaam.

Meestal leveren poetsers goed werk. Ze bijten zelden, en zeker niet als andere vissen het kunnen zien. Ze moeten zich ook wel netjes gedragen, want als ze een klant bijten, zal die ofwel vertrekken naar een ander poetsstation, ofwel de poetser van zijn plek verjagen, zodat die een tijdje niet kan werken. Sommige klanten zijn roofvissen, die de poetser kunnen opeten als hij zich slecht gedraagt. En dan zijn er nog omstanders, waaronder wachtende of potentiële klanten. Zij kunnen het goed zien als een poetser een klant bijt tijdens een schoonmaakbeurt, want het slachtoffer maakt dan onwillekeurig een schokbeweging. Dat is voor de omstanders een teken om zich niet door die poetser te laten behandelen.

Toch gaan poetsvissen soms de fout in, vooral vrouwtjes in het broedseizoen; ze hebben dan veel energie nodig en de verleiding om in het voedzame slijm te bijten is groot.

Vriendelijk

De bijtgrage poetsers lopen risico om klanten te verliezen. Daarom proberen ze een goede indruk te maken: ze doen extra vriendelijk tegenover kleine klanten door hen uitvoerig met hun buikvinnen over de rug te strelen.
Klanten hebben dat graag. Eerlijke poetsers strelen een klant af en toe even om hem ertoe over te halen zich te laten inspecteren en schoonmaken. Of om het weer goed te maken met een klant die ze hebben gebeten, zodat die niet weggaat of agressief wordt. Of om een roofvis te vriend te houden. Ze hebben daar wat voor over, want terwijl ze strelen, kunnen ze niet eten.

Opzet geslaagd

Maar bijtende poetsers die kleine klanten strelen hebben daar heel andere beweegredenen voor, hadden de onderzoekers eerder al geconstateerd. Aan een kleine klant kunnen ze niet zoveel ‘verdienen’, want hoe kleiner een klant, hoe minder parasieten en hoe minder slijm hij heeft. Ze strelen hem dan ook niet uitvoerig om hem gunstig te stemmen; dat zou nauwelijks de moeite waard zijn en het is vaak helemaal niet nodig. Nee, ze doen het om de omstanders te misleiden: kijk mij eens vriendelijk zijn. Als een grotere klant die aardigheid tegenover het kleintje ziet, zal hij zich makkelijker melden voor een schoonmaakbeurt. Dan is hun opzet geslaagd: ze kunnen een flinke hap slijm nemen.

Nu laten de onderzoekers zien dat bijtende poetsers dat huichelachtige gedrag alleen tentoonspreiden als dat zin heeft, dat wil zeggen als er veel klanten en veel concurrerende poetsstations in de buurt zijn. Dan strelen ze vaak de kleine klanten en bijten ze vaak de grote klanten die daardoor misleid werden. Maar in een omgeving met weinig klanten en concurrenten bijten ze hun kleine klanten ook. Ze zijn alleen maar vriendelijk als ze gezien worden.

Willy van Strien

Foto: Gewone poetslipvis, Labriodes dimidiatus, met klanten. Keith Wilson (via Flickr, Creative Commons CC BY-NC 2.0

Zie ook:
Klantvriendelijk karakter
Schoonmakers in het gareel

Bronnen:
Binning, S.A., O. Rey, S, Wismer, Z. Triki., G. Glauser, M. C. Soares & R. Bshary, 2017. Reputation management promotes strategic adjustment of service quality in cleaner wrasse. Scientific Reports 7: 8425. Doi: 10.1038/s41598-017-07128-5
Pinto, A., J. Oates, A. Grutter & R. Bshary, 2011. Cleaner wrasses Labroides dimidiatus are more cooperative in the presence of an audience. Current Biology 21: 1140-1144. Doi: 10.1016/j.cub.2011.05.021
Bshary, R. & A.S. Grutter, 2006. Image scoring and cooperation in a cleaner fish mutualism. Nature 441: 975-978. Doi: 10.1038/nature04755
Bshary, R., 2002. Biting cleaner fish use altruism to deceive image-scoring client reef fish. Proc. R. Soc. Lond. B 269: 2087-2093. Doi: 10.1098/rspb.2002.2084
Bshary, R. & M. Würth, 2001. Cleaner fish Labroides dimidiatus manipulate client reef fish by providing tactile stimulation. Proc. R. Soc. Lond. B 268: 1495-1501. Doi: 10.1098/rspb.2001.1701

Succesvolle imitatie

Bosmierspringspin misleidt roofvijand met mierenloopje

bosmierspringspin Myrmarachne formicaria aapt een mier na

De bosmierspringspin aapt met succes het loopje van mieren na. Grotere spinnen die op kleine beestjes jagen trappen erin. Ze laten het spinnetje vaak met rust, zoals ze ook een mier niet gauw zullen aanvallen, zagen Paul Shamble en collega’s.

De bosmierspringspin Myrmarachne formicaria, een diertje van ongeveer een halve centimeter lang, heeft wel wat weg van een mier; hij is bijvoorbeeld behoorlijk slank voor een spin. Die gelijkenis is er niet voor niets. Veel roofvijanden, vooral grotere spinnen en wespen, pakken graag een spin maar laten een mier meestal lopen. Die kan immers bijten, een brandend zuur spuiten of een pijnlijke steek uitdelen om zich te verdedigen, en krijgt vaak hulp van nestgenoten. Dat schrikt veel vijanden af. Door een mier na te bootsen kan een kleine spin zijn roofvijanden op afstand houden.

Fikse opgave

Maar een uiterlijke gelijkenis is daarvoor niet genoeg. Een spin die voor mier wil doorgaan zal zich ook als een mier moeten bewegen.
Dat is een fikse opgave, schrijven Paul Shamble en collega’s. Want spinnen lopen op acht poten en mieren op zes, en de poten zijn bovendien anders gespierd: dat vraagt een wat andere looptechniek. Spinnen lopen in een vrij rechte lijn, terwijl mieren grote lussen maken – tenzij ze een geurspoor van nestgenoten volgen: dat doen ze met een typische, regelmatig slingerende zigzagbeweging. Springspinnen, de groep waartoe Myrmarachne formicaria behoort, jagen lopend; ze gaan steeds een stukje vooruit en staan dan een lange tijd stil om niet op te vallen. Mieren daarentegen rennen voortdurend rusteloos voort. Als springspinnen een prooi zien, springen ze daar van een grote afstand naartoe; mieren springen niet.
Een springspin die voor mier wil spelen moet zijn bewegingen dus behoorlijk aanpassen. Doet de bosmierspringspin dat?

Met drie hogesnelheidscamera’s tegelijk filmden de onderzoekers bosmierspringspin, andere springspinnen, die gewoon zichzelf zijn, en mieren, terwijl de dieren over een glasplaat liepen en analyseerden de looppatronen. Ze ontdekten dat een lopende bosmierspringspin meesterlijk mieren imiteert.

Niet aantrekkelijk

Hij loopt net als andere spinnen op acht poten, dat wel. Maar die poten beweegt hij op een mierachtige manier. Hij loopt met rukjes, zoals springspinnen nu eenmaal doen, maar hij staat steeds veel korter stil dan andere springspinnen. En als hij stilstaat heft hij zijn voorpoten op, zodat het lijkt alsof hij, net als mieren, drie paar poten en een paar antennen heeft. Hij loopt zigzaggend  in een rechte lijn, zoals een mier die een geurspoor volgt, en de onderzoekers zagen hem nooit een sprong maken.

Het mooiste onderdeel van het onderzoek is dat Shamble videoanimaties maakte van een bosmierspringspin, een andere springspin en een mier en die vertoonde aan een grote spin. Die zag de animaties als mogelijke hapjes, maar vond ze duidelijk niet allemaal even aantrekkelijk. Hij ging veel eerder op het scherm af als daar een animatie van een kleine spin te zien was dan wanneer er een mier verscheen. En het belangrijkste: hij had weinig neiging om het model van een bosmierspringspin aan te vallen.
De bosmierspringspin houdt grote spinnen dus voor de gek door het uiterlijk én de beweging van een mier na te bootsen, en is daarmee veilig voor deze belagers. Maar of roofvijanden met beter gezichtsvermogen, zoals spitsmuizen, vogels, padden of hagedissen, er ook in trappen, is de vraag.

Willy van Strien

Foto: Jeff Burcher (via Flickr. Creative Commons CC BY-NC-ND 2.0)

Bron:
Shamble, P.S., R.R. Hoy, I. Cohen & T. Beatus, 2017. Walking like an ant: a quantitative and experimental approach to understanding locomotor mimicry in the jumping spider Myrmarachne formicaria. Proc. R. Soc. B 284: 20170308. Doi: 10.1098/rspb.2017.0308

© 2024 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑