Bladsnijdermier laat schimmeltuin niet kwijnen
De schimmel-kwekende mier Acromyrmex ambiguus houdt zijn gewas goed in de gaten en grijpt in als het dreigt te verkommeren door voedselgebrek, laten Daniela Römer en collega’s zien.
In hun ondergrondse nesten met kamers kweken bladsnijdermieren schimmels op plantenmateriaal. De mierenwerksters behandelen hun gewas met zorg, blijkt uit onderzoek van Daniela Römer en collega’s aan Acromyrmex ambiguus: gaat de schimmeltuin in één van de nestkamers door voedselgebrek achteruit, dan zullen ze daar extra stukjes vers groen blad naartoe brengen.
Mieren kunnen geen bladeren verteren, maar schimmelkwekers zijn dankzij hun gewas toch herbivoor. De schimmels breken het plantenmateriaal namelijk af en zetten het om in verteerbare, voedzame bolletjes. De mierenlarven zijn volledig op dat voedsel aangewezen, de werksters eten er ook van.
Dat bladsnijdermieren, die leven in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, hun gewas prima verzorgen was al bekend. Ze moeten natuurlijk ook wel, want als de schimmel teloorgaat is alle moeite die ze erin hebben gestoken voor niets geweest en hebben de larven geen eten.
Eerlijk verdeeld
Acromyrmex ambiguus is zo’n bladsnijder; hij heeft nesten met duizenden kamers waarin schimmel groeit en broed wordt grootgebracht. Römer wilde weten hoe de werksters het bladmateriaal dat ze verzamelen – dus het voedsel voor de schimmel – eerlijk over al die kamers verdelen.
Uit de experimenten die ze deed blijkt opnieuw hoe kundig de kleine landbouwers zijn. In het lab houden de onderzoekers een kolonie van Acromyrmex ambiguus, gehuisvest in een kunstmatig nest met een aantal nestkamers die gevuld zijn met schimmel, ongeveer duizend werksters en mierenbroed. Voor de experimenten zetten ze drie van die nestkamers op een rij; elk kamer was met een eigen toegangsbuis verbonden met een hoofdgang. Kamers met vers bladmateriaal en met water en honing voor de werksters waren gekoppeld aan een uiteinde van de hoofdgang. Aan het andere uiteinde was een kamer waarin de mieren afval kwijt konden. Videocamera’s legden het gedrag van de werksters vast.
In experimenten waarin de schimmel er in alle drie de nestkamers goed bij stond, verdeelden de werksters de stukjes blad eerlijk over die kamers: ze brachten overal evenveel.
Ondervoed
Maar voor een aantal proeven hadden de onderzoekers de schimmel in de middelste kamer laten verhongeren door die kamer twee dagen voor het experiment los te koppelen van ruimtes met blad. De werksters in die kamer hadden de schimmel dus niet van voedsel kunnen voorzien. Daardoor was de normale groengrijze toplaag van de schimmelmassa verdwenen.
In deze experimenten brachten de mieren veel meer stukjes blad naar de middelste kamer dan naar de andere twee. Waarschijnlijk merkten ze dat het schimmelgewas in die kamer er slecht aan toe was en meer voedsel nodig had aan de geur die het afgaf. Zo probeerden ze de kwijnende schimmeltuin met extra zorg te redden.
Werksters van Acromyrmex ambiguus, en waarschijnlijk ook van andere bladsnijdermieren, zijn boeren die goed in de gaten houden hoe hun gewas het doet en adequaat reageren als de conditie achteruitgaat.
Willy van Strien
Foto’s: twee andere schimmel-kwekende Acromyrmex-soorten
Groot: Acromyrmex octospinosus. Deadstar0 (Wikimedia Commons, Creative Commons, CC BY-SA 3.0)
Klein: Acromyrmex balzani. Alex Wild (Wikimedia Commons, Creative Commons, Public Domain)
Meer over de verzorging van schimmeltuintjes van mieren:
Een hele zorg
Een kleine landbouwgeschiedenis
Bron:
Römer, D., G.P. Aguilar, A. Meyer & F. Roces, 2022. Symbiont demand guides resource supply: leaf‑cutting ants preferentially deliver their harvested fragments to undernourished fungus gardens. The Science of Nature 109: 25. Doi: 10.1007/s00114-022-01797-7