Vale vleermuis imiteert geluid van bijen en wespen

Vale vleermuis misleidt uilen met gezoem

Uilen mijden het gezoem van boze bijen en wespen. Daar maakt de vale vleermuis handig gebruik van door dat geluid na te bootsen, laten Leonardo Ancillotto en collega’s zien.

Een vale vleermuis in het nauw doet iets raars: hij maakt een geluid dat klinkt als het gezoem van een opgeschrikte groep bijen of wespen. Dat viel Leonardo Ancillotto en collega’s op toen ze bij hun onderzoek de diertjes vastpakten. Ze dachten: zou het kunnen dat vleermuizen het geluid van gealarmeerde bijen en wespen nabootsen als ze zich bedreigd voelen door een mogelijke roofvijand om die af te schrikken? Het was een nieuw onderzoek waard.

De vale vleermuis, Myotis myotis, komt bijna overal in Europa voor. Zijn vijanden zijn uilen, die net als vleermuizen actief zijn als het donker is.

Strottenhoofd

Om erachter te komen of hun idee klopte, analyseerden de onderzoekers eerst geluidsopnamen van zoemende vleermuizen en vergeleken dat met het gezoem dat een aantal soorten bijen en wespen voortbrengen als ze worden lastiggevallen en hun nest verdedigen. Onder die soorten waren honingbij (Apis mellifera) en hoornaar (Vespa crabro). En inderdaad: de zoemgeluiden leken op elkaar, zeker in de oren van een uil.

De overeenkomst is opmerkelijk, want het geluid komt op verschillende manieren tot stand. Bijen en wespen zoemen door met hun vleugels te slaan, terwijl vleermuizen het geluid met hun strottenhoofd maken.

Vervolgens deden de onderzoekers playback-experimenten waarin ze opnamen van het gezoem van honingbij, hoornaar of vale vleermuis afspeelden voor een aantal kerkuilen en bosuilen. Het vleermuisgezoem leek namelijk het meest op dat van honingbij en hoornaar. Bovendien leven deze insecten in boomholten, en daar willen uilen nog wel eens een kijkje nemen. Ter controle speelden ze de roepjes af waarmee een andere vleermuis, de Europese bulvleermuis (Tadarida teniotis), communiceert.

Ervaring

De uilen gingen weg van luidsprekers waaruit gezoem klonk, of dat nu van honingbij, hoornaar of vale vleermuis afkomstig was. Vleermuisroepjes trokken hun juist aan. Wilde uilen, die wellicht ooit boze bijen of wespen hebben ontmoet en daarbij pijnlijke steken  opliepen, moesten nog minder van zoemgeluiden hebben dan uilen die in gevangenschap waren grootgebracht.

Ligt het eigenlijk voor de hand dat nachtdieren zoals uilen bang zijn voor bijen en wespen, die overdag actief zijn? Ja, die angst is denkbaar. Honingbijen vliegen ‘s zomers tot in de late avond en hoornaars vliegen soms ’s nachts, bij maanlicht of kunstlicht. Kerkuilen komen al in de schemering tevoorschijn, en bosuilen jagen soms zelfs overdag in de periode dat ze hongerige jongen hebben.

Kennelijk zijn de uilen beducht voor bijen en wespen en houden de vleermuizen hen voor de gek. Zoemen als bijen of wespen, oftewel akoestische mimicry, is misschien het enige dat ze tegen hun roofvijand kunnen uitrichten.

Willy van Strien

Foto: Vale vleermuis. Kovács Richárd (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY-SA 3.0)

Ander voorbeeld van mimicry: jonge grauwe treurtiran bootst giftige rups na

Bron:
Ancillotto, L., D. Pafundi, F. Cappa, G. Chaverri, M. Gamba, R. Cervo & D. Russo, 2022. Bats mimic hymenopteran insect sounds to deter predators. Current Biology 32: R408-R409. Doi: 10.1016/j.cub.2022.03.052