Moeraspareltje schiet haar web naar passerende prooi
Een moeraspareltje wacht niet af tot er een mug in haar web vliegt. Hoort ze er eentje aankomen, dan schiet ze haar web op hem af, schrijven Sarah Han en collega’s. De mug zal haar niet ontkomen.
De meeste spinnenvrouwen die een web maken, leven van de insecten die daar uit zichzelf in gevlogen zijn. Maar het moeraspareltje (Theridiosoma gemmosum) pakt het anders aan: dit spinnetje schiet haar web naar een prooi die passeert, meestal een mug, om die te vangen.
Deed ze dat niet, dan zou zo’n mug aan het web ontsnappen. Een mug vliegt namelijk met de voorpoten naar voren gestrekt, en zodra die een spinnenweb raken, maakt de mug rechtsomkeert en heeft de spin het nakijken. Maar een moeraspareltje is die ontwijkings-strategie voor doordat ze in actie komt als ze een mug hoort naderen, laten Sarah Han en collega’s zien.
Het moeraspareltje behoort tot de parapluspinnen (Theriodiosomatidae), kleine spinnetjes die hun web als katapult gebruiken. Het moeraspareltje is maar een paar millimeter groot. Het web is dus ook klein, en het is een kunst om er een te vinden. Het spinnetje is wijd verspreid in waterrijke omgevingen als rivieroevers en moerassen op het noordelijk halfrond. Het komt in Nederland en België voor, maar is erg zeldzaam.
Op scherp
Een parapluspin maakt een rond, vlak web, spint een draad vanaf het middelpunt en hecht het uiteinde daarvan aan een takje. Dan gaat ze midden in het web zitten, pakt het middelpunt met de achterste vier poten vast en de bevestigingsdraad met de voorste vier poten. Ze laat haar voorste poten over de draad lopen, zodat ze het web een paar centimeter uitrekt; het web wordt kegelvormig en staat nu op scherp. Het is net een omgeklapte paraplu, vandaar de naam van deze spinnen. De spin, zittend op de top van de kegel, houdt het loshangende stuk bevestigingsdraad tussen voorpoten en achterpoten vast met de pedipalpen (de ‘bokshandschoentjes van spinnen).
En dan wacht ze af tot er een insect langs de basis van de kegel vliegt. Als dat gebeurt, laat ze de draad vieren; het web veert terug en de spin suist achterwaarts mee. Hoe meer het web was uitgerekt, hoe krachtiger het terugschiet. Met wat geluk treft het de ongelukkige passant en heeft de spin haar prooi te pakken; die kleeft aan de draden en kan niet ontsnappen. Anders neemt ze de draad meteen weer op om de katapult opnieuw aan te spannen.
Geluid
De onderzoekers vroegen zich af wat de spin ertoe brengt om het web te laten schieten. Ze deden proeven waarbij ze een mug aan een papieren stripje vastplakten, maar zó dat hij normale vliegbewegingen kon maken. Ze bewogen hem naar het web van een moeraspareltje toe. Opnamen met een hogesnelheidscamera laten zien dat het spinnetje haar web pijlsnel op een mug af schiet als die binnen bereik is, maar nog voordat hij het met zijn voorpoten raakt en het gevaar beseft.
Hoe neemt een parapluspin waar dat er een mug binnen bereik is? Niet met haar ogen: de spin ziet niet scherp en kijkt bovendien de andere kant op. Maar ze heeft speciale lange haren op haar achterste poten die de luchttrillingen die de vleugelslagen veroorzaken, dus het geluid ervan, waarnemen. De trillingen planten zich bovendien over de draden van het web voort, en dat registreert ze ook. Waarschijnlijk leidt ze uit een combinatie van die informatie af waar een mug zich bevindt.
Er is nog een ander bewijs dat parapluspinnen op geluid reageren: ze laten hun web ook schieten na een vingerknip of bij het geluid van een stemvork. Dat levert niets op, maar parapluspinnen handelen kennelijk volgens de regel: niet geschoten is altijd mis.
Willy van Strien
Foto: Moeraspareltje, Theridiosoma gemmosum. ©Portioid (via iNaturalist, Creative Commons CC BY-SA)
De katapult in slow motion op YouTube
Bronnen:
Han, S.I. & T.A. Blackledge, 2024. Directional web strikes are performed by ray spiders in response to airborne prey vibrations. Journal of Experimental Biology 227: jeb249237. Doi: 10.1242/jeb.249237
Alexander, S.L.M. & M.S. Bhamla, 2020. Ultrafast launch of slingshot spiders using conical silk webs. Current Biology 30: R928-R929. Doi: 10.1016/j.cub.2020.06.076
Geef een reactie