Bosmierspringspin misleidt roofvijand met mierenloopje
De bosmierspringspin aapt met succes het loopje van mieren na. Grotere spinnen die op kleine beestjes jagen trappen erin. Ze laten het spinnetje vaak met rust, zoals ze ook een mier niet gauw zullen aanvallen, zagen Paul Shamble en collega’s.
De bosmierspringspin Myrmarachne formicaria, een diertje van ongeveer een halve centimeter lang, heeft wel wat weg van een mier; hij is bijvoorbeeld behoorlijk slank voor een spin. Die gelijkenis is er niet voor niets. Veel roofvijanden, vooral grotere spinnen en wespen, pakken graag een spin maar laten een mier meestal lopen. Die kan immers bijten, een brandend zuur spuiten of een pijnlijke steek uitdelen om zich te verdedigen, en krijgt vaak hulp van nestgenoten. Dat schrikt veel vijanden af. Door een mier na te bootsen kan een kleine spin zijn roofvijanden op afstand houden.
Fikse opgave
Maar een uiterlijke gelijkenis is daarvoor niet genoeg. Een spin die voor mier wil doorgaan zal zich ook als een mier moeten bewegen.
Dat is een fikse opgave, schrijven Paul Shamble en collega’s. Want spinnen lopen op acht poten en mieren op zes, en de poten zijn bovendien anders gespierd: dat vraagt een wat andere looptechniek. Spinnen lopen in een vrij rechte lijn, terwijl mieren grote lussen maken – tenzij ze een geurspoor van nestgenoten volgen: dat doen ze met een typische, regelmatig slingerende zigzagbeweging. Springspinnen, de groep waartoe Myrmarachne formicaria behoort, jagen lopend; ze gaan steeds een stukje vooruit en staan dan een lange tijd stil om niet op te vallen. Mieren daarentegen rennen voortdurend rusteloos voort. Als springspinnen een prooi zien, springen ze daar van een grote afstand naartoe; mieren springen niet.
Een springspin die voor mier wil spelen moet zijn bewegingen dus behoorlijk aanpassen. Doet de bosmierspringspin dat?
Met drie hogesnelheidscamera’s tegelijk filmden de onderzoekers bosmierspringspin, andere springspinnen, die gewoon zichzelf zijn, en mieren, terwijl de dieren over een glasplaat liepen en analyseerden de looppatronen. Ze ontdekten dat een lopende bosmierspringspin meesterlijk mieren imiteert.
Niet aantrekkelijk
Hij loopt net als andere spinnen op acht poten, dat wel. Maar die poten beweegt hij op een mierachtige manier. Hij loopt met rukjes, zoals springspinnen nu eenmaal doen, maar hij staat steeds veel korter stil dan andere springspinnen. En als hij stilstaat heft hij zijn voorpoten op, zodat het lijkt alsof hij, net als mieren, drie paar poten en een paar antennen heeft. Hij loopt zigzaggend in een rechte lijn, zoals een mier die een geurspoor volgt, en de onderzoekers zagen hem nooit een sprong maken.
Het mooiste onderdeel van het onderzoek is dat Shamble videoanimaties maakte van een bosmierspringspin, een andere springspin en een mier en die vertoonde aan een grote spin. Die zag de animaties als mogelijke hapjes, maar vond ze duidelijk niet allemaal even aantrekkelijk. Hij ging veel eerder op het scherm af als daar een animatie van een kleine spin te zien was dan wanneer er een mier verscheen. En het belangrijkste: hij had weinig neiging om het model van een bosmierspringspin aan te vallen.
De bosmierspringspin houdt grote spinnen dus voor de gek door het uiterlijk én de beweging van een mier na te bootsen, en is daarmee veilig voor deze belagers. Maar of roofvijanden met beter gezichtsvermogen, zoals spitsmuizen, vogels, padden of hagedissen, er ook in trappen, is de vraag.
Willy van Strien
Foto: Jeff Burcher (via Flickr. Creative Commons CC BY-NC-ND 2.0)
Bron:
Shamble, P.S., R.R. Hoy, I. Cohen & T. Beatus, 2017. Walking like an ant: a quantitative and experimental approach to understanding locomotor mimicry in the jumping spider Myrmarachne formicaria. Proc. R. Soc. B 284: 20170308. Doi: 10.1098/rspb.2017.0308