Evolutie en Biodiversiteit

Categorie: seksueel gedrag (Pagina 10 van 10)

Musicerende mannekes van de Andes

Stompveermanakin strijkt zijn veren

stompveermanakin maakt geluid met zijn vleugels

Tijdens de balts maken mannen van de stompveermanakin op een ongewone manier geluid, namelijk met hun vleugels. Die zijn toegesneden op hun muzikale functie, laten Kimberley Bostwick en collega’s zien.

Zangvogels piepen, zingen, fluiten of roepen. Maar de stompveermanakin maakt een ander soort geluid, een geluid waarvan je nooit zou raden dat het van een vogel komt: tsjak tsjieieieieieie……. Hij doet het op een spectaculaire manier: door zijn vleugels te laten klinken.
De stompveermanakin, Machaeropterus deliciosus, is één van ongeveer veertig soorten manakins uit Midden en Zuid Amerika; het woord manakin is volgens Wikipedia afgeleid van het oud-Nederlandse ‘mannekijn’. Het zijn vogeltjes met een grote kop en een korte staart.
De vrouwtjes brengen hun jongen zonder hulp van vader groot. De vrijgestelde mannetjes proberen zoveel mogelijk vrouwtjes te verleiden. Ze maken veel werk van de balts, met felle kleuren, sierveren, bijzondere geluiden, dansen en sprongen.

De stompveermanakin springt eruit door zijn manier van geluid maken. Deze soort leeft in het nevelwoud op de westflank van de Andes, in een klein gebied in het zuiden van Colombia en het noorden van Ecuador.

Vioolachtige toon

Mannetjes baltsen in groepen, op ruwweg 25 meter van elkaar. Ze geven een fraaie kijk- en luistershow weg, die Kimberley Bostwick ontrafelde met een hogesnelheidscamera. De mannen draaien hun zwart-witte, hoekige vleugels boven hun rug – dat gaat gepaard met een korte tsjak – en wapperen ermee met een ongelooflijk tempo van honderd bewegingen per seconde – daarbij klinkt een aangehouden tsjieieieieieie. De klanken dragen ver.

Het geluid komt van armpennen (of kleine slagpennen) met opvallende schachten. Deze veren slaan eerst tegen elkaar en werken vervolgens als strijkinstrument. De schacht van een van de armpennen is bijzonder dik en heeft zeven, soms acht ribbels. De schacht van de veer daarnaast heeft een gebogen, dunne en stijve top die tegen de ribbels aan ligt. Als de vogels met hun veren schudden, strijkt die dunne schacht bij elke beweging heen en weer over de ribbels.
Zo ontstaat een hoge, vioolachtige toon van ongeveer 1500 Hertz (dat is 1500 trillingen per seconde: 100 bewegingen, 2 streken per beweging over 7 of 8 ribbels). De dikke schacht met ribbels en de dikke schacht van een derde speciaal gebouwde veer versterken de trillingen en werken als klankkast.

Botten extra stevig

Maar ook de botten in de vleugel hebben een speciale bouw, ontdekte Bostwick toen ze museumexemplaren onderzocht. De ellepijp in de onderarm, waar de muzikale veren op vastzitten, is geen dun met merg gevuld staafje, zoals bij andere vogels. Hij is veel dikker en geheel massief en hij heeft een hoge botdichtheid. En het opperarmbeen, dat vleugel met schouder verbindt, is ook massief, terwijl het bij andere vogels hol is. De extra stevige vleugelbotten kunnen de grote krachten opvangen die ontstaan als de vogel zijn vleugels opsteekt en razendsnel beweegt.
De ellepijp heeft bovendien bobbels en deuken die de speciale veren stevig op hun plaats houden; zonder die verankering zouden de trillingen uitdoven.

Gevolg is wel dat stompveermanakins zware vleugels hebben, terwijl andere vogels (loopvogels en duikende vogels uitgezonderd) juist lichte botten hebben om te kunnen vliegen. Toch vliegen ook deze mannekes met gemak.

Willy van Strien

Foto: Nick Athanas

Zie en hoor de balts op YouTube

Bronnen:
Bostwick, K.S., M.L. Riccio & J.M. Humphries, 2012. Massive, solidified bone in the wing of a volant courting bird. Biology Letters, 13 juni online. Doi: 10.1098/rsbl.2012.0382
Bostwick, K.S., D.O. Elias, A. Mason & F. Montealegre-Z, 2010. Resonating feathers produce courtship song. Proceedings of the Royal Society B 277: 835–841. Doi: 10.1098/rspb.2009.1576
Bostwick, K.S. & R.O. Prum, 2005. Courting bird sings with stridulating wing feathers. Science 309: 736. Doi: 10.1126/science.1111701

Met z’n allen wachten op een koningin

Darren van heinde en ver verzamelen zich op hangplek

darren van Sacptotrigona mexicana verzamelen zich

Om de kans op een paring met een koningin te vergroten, verzamelen darren van de angelloze bij Scaptotrigona mexicana zich in de buurt van een bijenkolonie. Niet de kolonie waar ze zelf vandaan komen, constateerden Matthias Mueller en collega’s.

Het leven heeft bijenmannetjes, darren, weinig te bieden. Het enige dat ze te doen hebben is paren. Maar er zijn nauwelijks vrouwtjes beschikbaar. De meeste vrouwtjes zijn werksters en die paren niet, en de koninginnetjes doen het maar één of enkele keren in hun leven. Slechts een enkel mannetje valt die eer te beurt; de rest ziet zijn leven zinloos voorbijgaan.

Zo is het ook bij de sociale angelloze bij Scaptotrigona mexicana uit Midden Amerika.
Om enige kans op succes te hebben, zoeken darren elkaar op en vormen ze groepen van tientallen tot honderden individuen, vaak in de buurt van een bijenkolonie. Zo’n darrenverzamelplaats kan wekenlang blijven bestaan.

Af en toe feest

De darren komen ’s ochtends bijeen, blijven de hele dag hangen en verspreiden zich als de avond valt. De volgende ochtend komen veel darren terug en voegen zich nieuwe mannetjes bij de groep; een dar bezoekt de mannengroep vaak een aantal dagen achtereen.
Af en toe is het feest. Dan komt een maagdelijke koningin op de hangplek af om te paren – en één van de vele darren is dan de gelukkige.

Biologen vermoedden al dat samenscholende darren van ver komen en dat de bijen op deze manier voorkomen dat een broer en zus met elkaar paren. Dat zou voor beide partners de paring verpesten, want het levert slecht nageslacht op. In het uitvoerigste erfelijk onderzoek aan deze bijen tot nu toe hebben Matthias Mueller en collega’s dat idee bevestigd.

Darren van ver

Scaptotrigona mexicana vestigt zijn kolonies in holle boomstammen, maar wordt ook in houten nestkasten gehouden vanwege de honing. Bij een bijenhouderij in het zuiden van Mexico met 26 kasten troffen de onderzoekers een verzamelplaats aan van ongeveer vijfhonderd darren. De groep had zich gevestigd op een van de kasten; de hangplek bleef vier weken in stand. Gedurende die periode namen de onderzoekers DNA-monsters van een groot aantal darren en analyseerden die. Ze analyseerden ook het DNA van bijen uit de kasten. Uit vergelijkingen bleek dat geen enkele dar die op de verzamelplek rondhing uit een van de kasten kwam. De darren kwamen uit maar liefst 55 andere kolonies buiten de directe omgeving, waarschijnlijk wilde kolonies.

Als een jonge koningin in die vier weken uit een van de bijenkasten kwam, had ze dus meteen een ruime keus aan mannetjes die geen familie van haar waren. Uitvliegende mannetjes zullen op hun beurt een darrenverzamelplaats hebben opgezocht die ver van hun geboorteplaats af lag. Zo vermijden ze inteelt en blijft de bijenpopulatie gezond.

Willy van Strien

Foto: De darren rond de nestkast komen van buiten, F.B. Kraus.

Bron:
Mueller, M.Y., R.F.A. Moritz & F. Bernhard Kraus, 2012. Outbreeding and lack of temporal genetic structure in a drone congregation of the neotropical stingless bee Scaptotrigona Mexicana. Ecology and evolution, 25 mei online. Doi: 10.1002/ece3.203

Nieuwere berichten »

© 2025 Het was zo eenvoudig begonnen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑