Stompveermanakin strijkt zijn veren
Tijdens de balts maken mannen van de stompveermanakin op een ongewone manier geluid, namelijk met hun vleugels. Die zijn toegesneden op hun muzikale functie, laten Kimberley Bostwick en collega’s zien.
Zangvogels piepen, zingen, fluiten of roepen. Maar de stompveermanakin maakt een ander soort geluid, een geluid waarvan je nooit zou raden dat het van een vogel komt: tsjak tsjieieieieieie……. Hij doet het op een spectaculaire manier: door zijn vleugels te laten klinken.
De stompveermanakin, Machaeropterus deliciosus, is één van ongeveer veertig soorten manakins uit Midden en Zuid Amerika; het woord manakin is volgens Wikipedia afgeleid van het oud-Nederlandse ‘mannekijn’. Het zijn vogeltjes met een grote kop en een korte staart.
De vrouwtjes brengen hun jongen zonder hulp van vader groot. De vrijgestelde mannetjes proberen zoveel mogelijk vrouwtjes te verleiden. Ze maken veel werk van de balts, met felle kleuren, sierveren, bijzondere geluiden, dansen en sprongen.
De stompveermanakin springt eruit door zijn manier van geluid maken. Deze soort leeft in het nevelwoud op de westflank van de Andes, in een klein gebied in het zuiden van Colombia en het noorden van Ecuador.
Vioolachtige toon
Mannetjes baltsen in groepen, op ruwweg 25 meter van elkaar. Ze geven een fraaie kijk- en luistershow weg, die Kimberley Bostwick ontrafelde met een hogesnelheidscamera. De mannen draaien hun zwart-witte, hoekige vleugels boven hun rug – dat gaat gepaard met een korte tsjak – en wapperen ermee met een ongelooflijk tempo van honderd bewegingen per seconde – daarbij klinkt een aangehouden tsjieieieieieie. De klanken dragen ver.
Het geluid komt van armpennen (of kleine slagpennen) met opvallende schachten. Deze veren slaan eerst tegen elkaar en werken vervolgens als strijkinstrument. De schacht van een van de armpennen is bijzonder dik en heeft zeven, soms acht ribbels. De schacht van de veer daarnaast heeft een gebogen, dunne en stijve top die tegen de ribbels aan ligt. Als de vogels met hun veren schudden, strijkt die dunne schacht bij elke beweging heen en weer over de ribbels.
Zo ontstaat een hoge, vioolachtige toon van ongeveer 1500 Hertz (dat is 1500 trillingen per seconde: 100 bewegingen, 2 streken per beweging over 7 of 8 ribbels). De dikke schacht met ribbels en de dikke schacht van een derde speciaal gebouwde veer versterken de trillingen en werken als klankkast.
Botten extra stevig
Maar ook de botten in de vleugel hebben een speciale bouw, ontdekte Bostwick toen ze museumexemplaren onderzocht. De ellepijp in de onderarm, waar de muzikale veren op vastzitten, is geen dun met merg gevuld staafje, zoals bij andere vogels. Hij is veel dikker en geheel massief en hij heeft een hoge botdichtheid. En het opperarmbeen, dat vleugel met schouder verbindt, is ook massief, terwijl het bij andere vogels hol is. De extra stevige vleugelbotten kunnen de grote krachten opvangen die ontstaan als de vogel zijn vleugels opsteekt en razendsnel beweegt.
De ellepijp heeft bovendien bobbels en deuken die de speciale veren stevig op hun plaats houden; zonder die verankering zouden de trillingen uitdoven.
Gevolg is wel dat stompveermanakins zware vleugels hebben, terwijl andere vogels (loopvogels en duikende vogels uitgezonderd) juist lichte botten hebben om te kunnen vliegen. Toch vliegen ook deze mannekes met gemak.
Willy van Strien
Foto: Nick Athanas
Zie en hoor de balts op YouTube
Bronnen:
Bostwick, K.S., M.L. Riccio & J.M. Humphries, 2012. Massive, solidified bone in the wing of a volant courting bird. Biology Letters, 13 juni online. Doi: 10.1098/rsbl.2012.0382
Bostwick, K.S., D.O. Elias, A. Mason & F. Montealegre-Z, 2010. Resonating feathers produce courtship song. Proceedings of the Royal Society B 277: 835–841. Doi: 10.1098/rspb.2009.1576
Bostwick, K.S. & R.O. Prum, 2005. Courting bird sings with stridulating wing feathers. Science 309: 736. Doi: 10.1126/science.1111701