Bonte vliegenvanger wil soms wel bijvrouw zijn

Vrouwtje bonte vliegenvanger wil soms op tweede plaats komen

Een kwalitatief goede man is zoveel waard, dat een vrouwtje bonte vliegenvanger soms bereid is om zijn tweede vrouw te zijn. Mits het niet te zwaar is om zonder zijn hulp voor de jongen te zorgen, schrijven Simone Santoro en collega’s.

Net als de meeste andere zangvogels is de bonte vliegenvanger (Fidecula hypoleuca) voornamelijk sociaal monogaam. Maar sommige mannen houden er een tweede vrouw op na. Deze bijvrouw krijgt weinig hulp van hem als ze haar jongen grootbrengt, maar in goede jaren, als voedsel ruim voorhanden is, telt dat niet als groot bezwaar, denken Simone Santoro en collega’s.

Kort broedseizoen

De mannen komen half april als eersten terug van het overwinteringsgebied in Afrika. Ze zoeken een geschikte nestholte op, hetzij een boomholte of een nestkast, en verdedigen een klein territorium daaromheen. Als een man eenmaal de eigenaar is van een goede plek, probeert hij een vrouw aan te trekken om mee te gaan broeden. Vrouwen nemen bij een aantal mannen een kijkje voordat zij hun keuze maken.

Daarna is een koppel zo’n vijf weken zoet. Zij legt vijf of zes eieren; als het legsel compleet is, gaat ze broeden. Beide ouders voeren daarna de jongen totdat ze uitvliegen, en pa verdedigt het gezin. Het broedseizoen beslaat de maanden mei en juni. In die periode kan slechts één legsel worden grootgebracht. Maar sommige mannen willen meer.

Goede erfelijke kwaliteit

Daarvoor zal zo’n ambitieuze man dan een tweede nestplaats moeten bezetten en nog een partner aan zich binden. Als dat lukt, zal hij zijn vaderlijke inzet over twee nesten moeten verdelen. De onderzoeksgroep, die werkt in Spanje, had al laten zien hoe dat gaat.

Mannen die kans zien om een tweede nest te beginnen zijn vogels die vroeg zijn gearriveerd en gaan broeden, en die in staat zijn om twee nesten tegen rivalen te verdedigen. Dat zijn sterke mannen: van hoge erfelijke kwaliteit en in goede conditie. Zo’n man blijft bij zijn eerste partner in de week dat zij aan het leggen is. Gaat zij broeden, dan probeert hij een extra vrouw te versieren. Een tweede nest bevindt zich meestal vlakbij het eerste.

Als in het eerste nest de jongen uitkomen, gaat hij daar helpen met voeden. De primaire vrouw krijgt zijn volledige aandacht. Pas als het eerste nest is uitgevlogen, biedt hij zijn diensten aan op het tweede nest.

De tweede vrouw is dus slechter af, want ze moet een tijdlang in haar eentje de kleintjes te eten geven: dat is hard werken en ze zal minder jongen zien uitvliegen. Maar er staat tegenover dat die jongen een goede erfelijke kwaliteit van hun vader erven. Daarom kan een vrouw ervoor kiezen om de bijvrouw van een kwalitatief goede man te zijn in plaats van de enige vrouw van een mindere man.

Vette en magere jaren

Vooral laat in het seizoen – als er geen geschikte vrijgezelle mannen meer zijn – kan de keuze om bijvrouw te worden redelijk uitpakken, want dan is het tijdsverschil tussen vaders eerste en tweede leg groter en zal hij zijn tweede vrouw eerder kunnen bijstaan. Nu laten de onderzoekers zien dat ook de beschikbaarheid van voedsel ertoe doet.

Omdat bijvrouwen harder moeten werken dan vrouwen in een monogame relatie is hun overlevingskans lager. (Dat geldt overigens ook voor primaire vrouwen. Voor hen is de situatie blijkbaar ook niet ideaal, maar zij hebben er niet voor gekozen.)

Maar de lagere overlevingskans van bijvrouwen is een gemiddelde over de jaren heen; de onderzoekers volgden de vogels gedurende 26 seizoenen. De overlevingskans verschilt van jaar tot jaar. In goede jaren is het voor een bijvrouw minder moeilijk om de jongen groot te brengen en is haar overlevingskans bijna net zo hoog als die van een vrouw in een monogame relatie. Of een jaar goed of slecht was, leidden de onderzoekers af uit het percentage jongen dat overleefde en uitvloog. Een goed jaar is waarschijnlijk een jaar waarin volop voedsel te vinden is. In zo’n jaar kan een vrouw makkelijker een positie als bijvrouw accepteren.

En dat doet ze soms ook, zo blijkt: in vette jaren komt het vaker voor dat een man twee gezinnen heeft dan in magere jaren. Maar ook dan blijven monogame relaties in de meerderheid.

Willy van Strien

Foto: Caroline Legg (Wikimedia Commons, Creative Commons CC BY 2.0)

Meer over paarvorming bij bonte vliegenvangers

Bronnen:
Santoro, S., P. Fernández‑Díaz, D. Canal, C. Camacho, L.Z. Garamszegi, J, Martínez‑Padilla & J. Potti, 2022. High frequency of social polygyny reveals little costs for females in a songbird. Scientific Reports 12: 277. Doi: 10.1038/s41598-021-04423-0
Canal, D., L. Schlicht, J. Manzano, C. Camacho & J. Potti, 2020. Socio-ecological factors shape the opportunity for polygyny in a migratory songbird. Behavioral Ecology 31: 598–609. Doi: 10.1093/beheco/arz220